Petronella Snijders

Geboortedatum: | Sterfdatum:
Haven 2 in Breda

Het herenhuis aan Haven 2 te Breda waar Petronella van 1795 tot 1840 woonde. (Foto: Michiel1972, 2011, Wikimedia Commons)

Petronella Snijders (1762-1840) is geen bekende vrouw uit de geschiedenis van Breda, maar een markante persoonlijkheid binnen de stad moet zij zeker geweest zijn. Als analfabete dienstmeid op een buitenplaats onder Princenhage huwde zij de eigenaar Cornelis Wilhelmus van Gils (1750-1823), voormalig secretaris van de stad Breda. Deze had zowel van vaders- als van moederszijde zeer veel landerijen geërfd. Nadat hij overleden was, werd dat omvangrijke bezit beheerd door zijn weduwe Petronella, die inmiddels kon lezen en schrijven, en blijkbaar een goed zakelijk inzicht had.

Uit de vele (notariële) akten betreffende Petronella, haar man en haar schoonfamilie, komt Petronella naar voren als een vrouw die zich de kaas niet van het brood liet eten. Als dochter van het arbeidersechtpaar Cornelis Snijders (1730-1801) en Petronella Bouwens (1732-1775) was zij in Breda gedoopt in de katholieke kerk aan de Waterstraat op 30 maart 1762. Zij was 13 jaar toen haar moeder overleed en 17 toen haar vader hertrouwde met de hervormde Maria Catharina Loos (1737-1794).

Korte tijd na het tweede huwelijk van haar vader, werd Petronella dienstmeid op de buitenplaats “Den Echo” onder Princenhage. Dat was een grote pachtboerderij met meerdere stallen, schuren en een bakhuis aan het eind van een fraaie oprijlaan. Verder waren er nog een herenhuis, een grote moestuin, een pleziertuin met een “kijkuit”, een boomgaard en twee visvijvers. Voor het exclusieve gebruik van de eigenaar, moest dit alles onderhouden worden door de pachter, die daarvoor niets in rekening mocht brengen. Vermoedelijk was Petronella met dit onderhoud belast.

 

Aanpappen met het personeel

Eigenaar van deze buitenplaats was Cornelis Wilhelmus van Gils, die het bezit geërfd had van zijn grootouders, de Bredase oud-burgemeester Johan Gerard Michgorius (1686-1757) en diens vrouw Catharina van Gils (1697-1778, geen familie). Deze hadden hun enige dochter, Amelia Adriana Michgorius (1719-1791), de moeder van Cornelis van Gils, van hun erfenis uitgesloten. Zij had zich namelijk op jeugdige leeftijd onverantwoord gedragen door “aan te pappen” met een personeelslid. 

Later werd die uitsluiting deels herroepen en kreeg Amelia levenslang het vruchtgebruik van een omvangrijke erfenis waaronder “Den Echo”. Maar dan wel onder toezicht van twee curatoren. In navolging van zijn grootouders zag Cornelis van Gils zijn moeder totaal niet voor vol aan. Dat leidde tot zeer veel spanningen tussen hem enerzijds, en zijn moeder met haar curatoren anderzijds. Zo was er bijvoorbeeld grote onenigheid omdat Amelia de pachter van “Den Echo” niet ontsloeg wegens achterstallige pachtbetalingen. Na de dood van zijn oma in 1778 heeft Cornelis, tot aan het overlijden van zijn moeder in 1791, moeten dulden dat hij niets te vertellen had over alles wat op papier zijn bezit was.

Den Echo Plattegrond

Deel van het oudste kadaster van Princenhage, sectie M, waarop buitenplaats “Den Echo”, gelegen aan de Oude baan van Bergen op Zoom naar Breda, nu Sprundelsebaan. (Bron: Kadaster van Princenhage, ca. 1825, BHIC)

 

De geschiedenis herhaalt zich

Cornelis van Gils mocht zijn moeder wel minachten, maar ironisch genoeg papte hij evenzogoed ook aan met het personeel. Op “Den Echo” bleek begin 1785 de dienstmeid Petronella Snijders zwanger te zijn van hem. Hij was toen nog secretaris van Breda. Om een schandaal te vermijden bood Van Gils via een relatie 100 gulden aan, mits in de toekomst op geen enkele wijze verband zou worden gelegd tussen de baby en Van Gils. Namens zijn minderjarige dochter (de meerderjarige leeftijd was 25 jaar), ging Cornelis Snijders akkoord. Maar na de bevalling bleek dat Petronella zich niets van de overeenkomst had aangetrokken. In het katholieke doopboek staat uitdrukkelijk dat Cornelis van Gils de vader is van haar baby die zij noemde: Maria Cornelia van Gils (1785-1855).

Gezien haar eigen verleden en de gespannen relatie met haar zoon, is het niet verwonderlijk dat Amelia zich het lot van Petronella aantrok. In haar testament van eind 1786 schonk zij Petronella en haar dochter al haar kleren en enige sieraden. Bovendien moest aan haar kleindochter een wekelijkse toelage gegeven worden van twee gulden. Deze zou uit de erfenis betaald moeten worden door de vader, haar zoon Cornelis van Gils. Na het overlijden van Amelia in 1791 zijn deze bepalingen ook inderdaad uitgevoerd.

Het schenden van de overeenkomst is voor Cornelis van Gils geen reden geweest om de relatie met Petronella te beëindigen. Bij een herziening van zijn testament in 1790 erkende hij zijn dochter en bedacht haar met de helft van het landgoed “Den Echo”. Met geen woord repte hij over Petronella’s tweede dochter, die inmiddels in 1788 was geboren. Maar toen hij later zijn testament wederom herriep, schonk hij een groot bedrag aan deze tweede dochter, alsmede ook aan een juist geboren zoontje. Overigens zonder dat hij het vaderschap van beiden expliciet erkende. Landgoed “Den Echo” en de oudste dochter kwamen in dit testament niet meer voor.

 

Petronella: geven en nemen

Wat er precies gebeurd is, is tot nu onduidelijk. Maar begin 1791 plaatste het Bredase stadsbestuur Cornelis onder curatele en stuurde hem naar een verbeterhuis in Den Bosch. En begin 1792 stond het stadsbestuur toe dat hij weer vrij kwam, waarna hij direct zijn testament herzag. Nu was zijn dochter Maria Cornelia weer erfgename van “Den Echo”, en deze keer van de buitenplaats in zijn geheel. Er lijkt een verband tussen zijn vrijlating en de testamentherziening. Maar Petronella moest er wel wat tegenover stellen. Vlak voor Cornelis’ vrijlating trad zij toe tot de hervormde kerk.

Het laat zich raden dat het stadsbestuur niet blij was met een secretaris die onder curatele stond. Eind 1792 verkocht Cornelis dan ook zijn ambt. Het jaar daarop was er weer succes voor Petronella. Toen zij voor de vierde keer zwanger was stemde Cornelis toe in een huwelijk. Hun drie kinderen werden daarbij gewettigd. In de huwelijkse voorwaarden werd al rekening gehouden met een eventuele scheiding. Petronella zou in dat geval een jaarlijkse toelage ontvangen, waarvan de hoogte reeds nu werd overeengekomen. Het echtpaar ging aanvankelijk wonen in Princenhage, naar alle waarschijnlijkheid op “Den Echo”, waar zoon Floris (1793-1855) geboren werd. Eind 1795 kocht Cornelis een monumentaal pand aan de Haven in Breda, waar nog vier kinderen werden geboren. Van deze acht kinderen zijn er twee op jeugdige leeftijd gestorven.

Huwelijk uit eigenbelang

Huwelijk uit eigenbelang. (Bron: Daniel Nikolaus Chodowiecki, 1788, Rijksmuseum)

 

Een vechthuwelijk

Het huwelijk was niet gelukkig. Maar het lukte Petronella geregeld om iets van haar man gedaan te krijgen. Daar stond tegenover dat Cornelis dat later, waar mogelijk, weer terug draaide. Zo werden volgens de registratie van huiseigenaren het huis aan de Haven en nog een huis in de Katerstraat al eind 1796 bij onderhandse donatie overgedragen aan Petronella. Vlak tevoren had zij haar testament herzien en haar man als haar enige en universele erfgenaam aangewezen. Er zal zeker verband geweest zijn tussen beide feiten. Maar in latere inventarissen vinden we haar niet meer als eigenaar vermeld.

Eind 1799 stuurde Petronella haar twee dienstmeiden naar een notaris. Zij moesten laten opschrijven wat zij hadden gezien op de zondagavond daarvoor. Ze vertelden dat Cornelis zijn vrouw aan haar haren door het huis sleurde, omdat ze tegen zijn zin op bezoek geweest was bij een vriendin. Petronella ging met de getuigenis naar het Bredase stadsbestuur, dat verlof gaf om Cornelis wederom op te laten sluiten in een verbeterhuis in Den Bosch. In de acht maanden dat haar man vast zat, regelde Petronella zijn zaken. Zo zorgde zij onder andere dat de laatste termijnen geïnd werden, die sinds 1792 nog open stonden van de verkoop van zijn secretarisambt. In juli 1800 beëindigde het stadsbestuur op voorspraak van Petronella de hechtenis. Ongetwijfeld heeft Cornelis zijn vrouw het een en ander moeten toezeggen om dit voor elkaar te krijgen.

 

De aanhoudster wint

Gemeten naar de hoeveelheid gevonden akten waren de volgende twintig jaar relatief rustig. Wel heeft Cornelis nog enkele malen zijn testament herzien. Eerst zou Petronella het vruchtgebruik krijgen van alle goederen en landerijen. Later nog maar van de helft daarvan, terwijl de andere helft zou zijn voor zijn zes kinderen. Maar alles zou vervallen aan de kinderen als Petronella zou hertrouwen of weer katholiek zou worden. En ook de kinderen zouden hun erfdeel verliezen als zij katholiek zouden worden. 

Op “Den Echo” woonde sinds 1788 een andere pachter. Toen die in 1811 overleden was, kon zijn weduwe de pachtsom niet meer opbrengen. Anders dan zijn moeder had gedaan, liet Cornelis al haar bezittingen verkopen, hetgeen Petronella niet heeft kunnen voorkomen. De relatieve rust binnen het huwelijk werd waarschijnlijk mede veroorzaakt doordat Petronella in Breda woonde en Cornelis met zijn “huishoudster” vooral op “Den Echo” verbleef. Daar stierf hij ook op 24 augustus 1823

Veiling inboedel Petronella Snijders

Een advertentie in de Bredasche Courant van 14 juli 1840, drie maanden na het overlijden van Petronella. (Bron: Bredasche Courant, 14 juli 1840)

Vanaf dat moment zijn er geen gegevens van persoonlijke aard over Petronella meer gevonden. Wel van zakelijke aard. Daaruit blijkt dat zij, ondersteund door zonen en schoonzonen, het omvangrijke familiebezit beheerde tot aan haar overlijden op 26 april 1840. De na haar dood opgemaakte inventaris vermeldt een omvangrijke inboedel uit het pand aan de Haven ter waarde van ruim 1724 gulden. De persoonlijke goederen van Petronella brachten op een openbare veiling ruim 1500 gulden op. Dat is ruim vijf maal zoveel als haar vader als arbeider per jaar ooit had kunnen verdienen. Eind 1841 verdeelden de zes kinderen de 49 stukken land en landerijen, plus een groot aantal waardepapieren. Ieder kind ontving een gelijk deel ter waarde van ruim 26.300 gulden. Omgerekend naar tegenwoordig komt dat neer op een totale erfenis van ruim anderhalf miljoen euro. “Den Echo” ging naar de jongste zoon Willem Andries van Gils (1803-1892). Hij ging er wonen en was tussen 1843 en 1863 burgemeester van zijn woonplaats Princenhage.

 

Bronnen

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 0701, akten 12, 17, 18 en 18a. 

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 0873, akte 56.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 0885, akte 11.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 0886, akte 98. 

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 0921, akte 85.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 1055, akte 95.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 1107, akten 57, 58 en 66.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 1142, akte 124.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 1143, akten 105 en 108.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 1190, akte 33.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 1194, akten 95 en 136.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 1195, akten 34, 35, 49, 50, 53 en 54.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 1208, akte 20.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 1211, akte 154.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 1238, akte 83.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 1254, akte 384.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 1259, akte 356.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 1394, akten 65 en 83.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Breda 1543-1842, inventarisnummer: 1421, akte 192.

Stadsarchief Breda, Notarieel Archief Princenhage, inventarisnummer: 6368, akten 2, 4, 5, 42 en 47.

Stadsarchief Breda, Resolutieboeken Princenhage, inventarisnummer: 012, fol 279v-280r.

Stadsarchief Breda, Stadsbestuur Breda 1280-1810, inventarisnummer: 099, blz 300-301.

Stadsarchief Breda, Stadsbestuur Breda 1280-1810, inventarisnummer: 101, blz 7.

Stadsarchief Breda, Vestbrieven Breda, inventarisnummer: 622, fol 80r.

Brabants Historisch Informatie Centrum, Raad van Brabant 1586-1811, inventarisnummer: 03, dossier 575.

Erfgoed 's-Hertogenbosch, Rechtsarchief 's-Hertogenbosch, inventarisnummer 1917, fol 126-127.