Diezelfde middag landen twee Amerikanen, de gebroeders Smith, aan de verkeerde kant van de Maas, bij Cuijk. Vrijwel meteen na hun landing worden ze meegenomen door leden van het plaatselijke verzet en ondergebracht in een ondergrondse verblijfplaats. De volgende dag komen ze in actie. Ze nemen twee achtergebleven Duitsers gevangen en worden als helden ingehaald. Maar de mannen willen terug naar hun eenheid en dezelfde ochtend worden ze met de pont naar de andere oever van de Maas gebracht. Zodra de verzetsmannen terug zijn in Cuijk, vernielen ze de pont. Er is nu geen kans meer dat de Duitsers hier het water oversteken.
Twee keer twee
Een bizar toeval wil dat Cuijk diezelfde dag opnieuw ‘bevrijd’ wordt door twee Amerikaanse para’s. Die zijn op patrouille vanuit Mook en zoeken achtergebleven Duitsers. Ze worden door twee Nederlanders naar de Cuijkse kant gevaren. Ook zij worden als helden ingehaald. Ze brengen vanuit de kerktoren de omgeving in kaart. Na een stevige maaltijd willen ook zij weer terug naar hun onderdeel. Bij hun overtocht stuiten ze op een Duitse patrouille en dus moeten ze terug naar Cuijk. Via Grave keren ze later toch terug naar hun eenheid.
Onzekerheid
Dan breekt een tijd van opperste verwarring en onzekerheid aan. Het dorp is nog niet bevrijd, maar ook niet langer bezet. Op 20 september trekken opeens auto’s met Duitsers vanuit het zuiden door het dorp richting Grave. Wat betekent dit nu weer? De vlaggen en oranje versieringen worden snel binnengehaald. De chaos is compleet. Daarnaast schiet de ondergrondse vanaf posities langs de Maasdijk op Duitse troepen waardoor de indruk wordt gewekt dat het dorp al in geallieerde handen is. Een reactie kan niet uitblijven en diezelfde dag vallen de eerste Duitse granaten op Cuijk. Een deel van de bevolking vlucht weg, anderen besluiten het gevaar te trotseren hopend op een snelle komst van geallieerde troepen. Maar die laat nog even op zich wachten.
Nederlandse bevrijders?
Twee dagen breekt er opnieuw paniek uit als het gerucht de ronde doet dat SS’ers in de omgeving gesignaleerd zijn. Tot opluchting van de achtergebleven inwoners blijkt het loos alarm. Wel trekt op diezelfde 22 september een deel van de Nederlandse Prinses Irenebrigade door Cuijk. Maar ook zij zijn niet de lang verwachte bevrijders, want deze militairen zijn op weg naar Grave om de belangrijke brug daar te beschermen.
In de dagen daarna verschijnt af en toe wel een Nederlandse patrouille in het dorp en gaan inwoners naar Grave om langstrekkende geallieerde troepen te bekijken. Cuijk bevindt zich in een onwerkelijk niemandsland, waarbij de inwoners voortdurend heen en weer geslingerd worden tussen hoop en vrees. Na twee weken is de redding eindelijk nabij. Voor het zover is komen nog vier inwoners, onder wie twee kinderen, om als gevolg van de beschietingen en raken tientallen anderen gewond.
Eindelijk!
Op zaterdag 30 september trekken als eersten de kwartiermakers van het 2e Bataljon van het Royal Ulster Regiment vanuit Bakel naar Cuijk. De rest van de Britse eenheid gaat de volgende dag naar Beers, vijf kilometer westelijk, en arriveert in de middag van dinsdag 2 oktober in Cuijk. Het hoofdkwartier wordt ingericht bij het spoorwegstation. De vijand heeft de verplaatsing blijkbaar opgemerkt, want de beschieting neemt in hevigheid toe en die eerste dag sneuvelt de eerste bevrijder, soldaat A. Howson, en raken er vier gewond. Cuijk is eindelijk echt bevrijd.
De tragedie na de ogenschijnlijke bevrijding van Cuijk was een gevolg van het gegeven dat de Britse opmars aan de oostelijke flank van Market Garden de Duitse terugtocht in de Peel volgde. Daardoor had het stuk Noord-Brabant tussen Overloon en de hoofdroute via Uden naar Grave geen prioriteit. Pas toen de operatie op 25 september was beëindigd begon het Britse opperbevel de gaten in de linies op te vullen en werd Cuijk bezet door een Brits bataljon. Dat ook hierna de rust niet weerkeerde had te maken met het tot stilstand komen van het front langs de Maas.
Bronnen
Didden, J., en Swarts, M., Kampfgruppe Walther, Drunen, 2016.
Van Haren, P., Bevrijd Cuijk onder vuur, Cuijk, 1994.
War Diary 2 Royal Ulster Rifles, The National Archives, Kew, Londen, WO 171/1384.