Op oefening
In de zomer van 1939 krijgt reserveofficier Acksen een belangrijke operationele taak. Hij wordt kwartiermaker van een bataljon gemobiliseerde militairen. Een voor een komen de jongens in Boekel aan, nerveus en onwennig. Want wie heeft ooit een mobilisatie meegemaakt? Maar ze bouwen en knutselen dat het een lust is. Zo creëren ze hun eigen kampement, waar ze ’s avonds lekker gaan slapen op de strozakken die Acksen hun uit naam van het Nederlandse leger aanreikt.
Behalve kamperen moet het bataljon ook oefenen. Nederland is weliswaar neutraal, maar met die Duitsers weet je het nooit. Voor een meerdaagse oefening gaat de hele groep zingend naar Veghel: "We gaan naar Veghel toe!" Maar in Veghel zijn de mannen niet welkom; liever geen pottenkijkers hier! Met Boekel in zicht gooit de kok de keuken dicht en maakt die niet meer open. Dus laat Acksen de zaak openbreken. Eten! De volgende dag al verschijnt de militaire politie om proces-verbaal op te maken.
Badhuis
Naarmate de tijd verstrijkt, verbetert de organisatie en krijgen de jongens meer en betere faciliteiten. Ze mogen vaker naar huis, vrij reizen, sporten en theateruitvoeringen bezoeken. Acksen heeft een neus voor dat soort dingen. Op een zekere dag weet hij een mobiel badhuis op de kop te tikken, dat wordt ondergebracht in een grote tent. Die tent is eigenlijk bedoeld voor het ontsmetten van soldaten na een gasaanval.
Dus: "Jongens, douchen!" Acksen nodigt uit, beveelt, commandeert ten slotte. Maar wat hij ook probeert, de jongens gaan niet naar binnen. "Wat is dit. Wat is er aan de hand!?" Waarop er uiteindelijk één antwoordt: "Gij denkt toch zeker niet dat ik hun allemaal naar mijn jongeheer laat kijken?" Ze willen gewoon niet samen naakt onder de douche. En ze krijgen daarvoor ook nog steun van de dominee. Acksen staat nu zelf in zijn nakie. Maar hij zal ze onder de douche krijgen.
Textielzaak
In dergelijke situaties toont zich de ware en praktische kwartiermaker. Als de heren niet in hun blootje onder de douche willen, dan maar op een andere manier. Hij stuurt twee van hen het dorp in, naar de dichtstbijzijnde textielzaak. Ze komen terug met ieder een zak in de hand. Acksen neemt de zakken over en verzamelt de hele troep om zich heen. "Zo, dan nú naar de douche!" En hij overhandigt ieder van hen een zwembroekje. Legergroen en lekker strak.
Heel lang duurde de mobilisatie niet. Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers ons land binnen. Van neutraliteit was geen sprake meer. De dagen erna werd er hard gevochten in het oosten en midden van Brabant. Maar op het aanstormende Duitse leger hadden de Nederlandse voorbereidingen nauwelijks effect. Op 14 mei al volgde de capitulatie.
Bronnen
Acksen, W., De belevenissen van een reserveofficier. In oorlog en vrede, De Bilt, 1990.