Een klein, blinkend doosje

CR0213 Mariet van Kronenburg 6

Sjaantje (links) en Mariet (midden) voeren de kippen. Mariet is hier ongeveer zes en Sjaantje drie jaar oud. (Foto: z.j., privébezit Mariet van Kronenburg)

Alle rechten voorbehouden

Vanaf 18 september 1944 werd het onrustig in de omgeving van Best. Amerikaanse soldaten rukten op vanuit Eindhoven. Duitse soldaten verschansten zich in de hoge kerktoren van Best. Iedereen hoopte op een snelle bevrijding, maar in plaats daarvan werd het met de dag gevaarlijker: de ene dag was het dorp in handen van Amerikanen, de volgende dag weer in handen van de Duitsers. Op last van de Amerikanen werden veel mensen, met name kinderen, uit het gebied geëvacueerd.

De achtjarige Mariet van Kronenburg woont met haar ouders en acht broers en zussen in het buurtschap de Vleut, dat precies in de vuurlinie ligt. Op een dag, eind september 1944, bepaalt een Amerikaanse commandant dat het niet verantwoord is de kinderen in de boerderij te laten wonen. Vader Jan en moeder Tonia mogen blijven, want het vee moet verzorgd worden. En zoontje Johan, dat een verstandelijke beperking heeft, mag óók blijven, samen met een broertje of zusje. Maar de andere kinderen moeten weg. Ook Mariet.

Peren

Vader Jan van Kronenburg zet zijn kinderen in de kar – een teil met peren gaat ook mee – en brengt hen naar goede kennissen in Sint-Oedenrode. In de boerderij van de familie Van Schijndel slaapt Mariet met haar zusjes en een paar andere vrouwelijke evacués op zolder. De jongens en mannen slapen op de hooizolder. Vanuit de ramen kan Mariet de landingsbanen van Sonniuswijk zien, waar Amerikaanse gliders en parachutisten neerkomen. De kinderen Van Kronenburg mogen in de omgeving van de boerderij spelen. Maar op de landingsbanen mogen ze van de familie Van Schijndel niet zomaar komen. Alléén onder begeleiding.

Op 20 oktober 1944 is Janus, een van de zonen van Van Schijndel, in de buurt van de landingsbanen op het land aan het werk. Mariet, haar zus Jo, broer Kees en zusje Sjaantje gaan hem, samen met nog twee andere kinderen, roepen voor het middageten. Ze mogen over de landingsbanen ­terug – nu is Janus van 21 er immers bij. Mariet en Jo treuzelen, samen met hun vriendinnetje. Wie weet heeft een van de Amerikaanse militairen wel chocola over… het mag niet, want Janus loopt al door, maar ze doen het toch: ze lopen naar de vliegtuigen.

CR0213 Mariet van Kronenburg 7

Soldaten onderhouden de vliegtuigen in de buurt van de landingsbanen in Sonniuswijk. (Bron: z.j., Heemkundekring Son en Breugel)

Alle rechten voorbehouden

Groen jasje

Dan hoort Mariet een knal. Ze kijkt op en ziet een wolk. Ze rent erheen. Er is iets ontploft, de kinderen die er net nog liepen, staan niet meer overeind. "Nog steeds zie ik mijn ­zusje liggen. In een groen jasje met een wit streepje erdoor." In paniek loopt Mariet weg. Op de hoek van het veld blijft ze staan, in tranen, met haar andere zus en vriendinnetje. De pastoor uit Sint-Oedenrode neemt de drie meisjes mee terug naar de boerderij waar ze verblijven. 

Drie dagenlang zochten vader en moeder Van Kronenburg naar hun kinderen: drie haalden het niet. Kees van dertien was door de kracht van de ontploffing op slag gedood. Hem vonden ze terug in het klooster van Sint-Oedenrode. De zesjarige Sjaantje was moeilijker te vinden. Zij bleek, zwaargewond, van noodhospitaal naar ziekenhuis te zijn gebracht, maar ze overleefde haar verwondingen niet. Uiteindelijk vonden vader en moeder haar in Zeelst. Ze ­namen haar lichaam, gewikkeld in een deken, mee haar huis. De kinderen werden begraven in Sint-Oedenrode, in kleine kisten van gliderhout. Wat er precies ontplofte, bleef onduidelijk. Ook Janus was overleden en kon het niet navertellen. Eén jongen, Ties van elf, overleefde de klap. Hij omschreef het projectiel als een klein, blinkend doosje. Kees raapte het op en maakte het open.

 

Bronnen

Het verhaal van Mariet Sonnemans-van Kronenburg, opgehaald door Liesbeth Sparks.