Het processiepark in Handel

Statie,_processietuin_-_Handel_-_20100239_-_RCE.jpg

Kruiswegstatie in het processiepark in Handel. (Foto: Loek Tangel, 1979, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

‘Uit het Rijke Roomsche Leven’. Zo luidde de titel van een fotorubriek in het weekblad De Katholieke Illustratie waaruit de lezer als het ware de wierookgeur kon opsnuiven. Het processiepark van Handel bij Gemert getuigt van de breed gedragen katholieke devotie uit de periode die later ‘het rijke Roomse leven’ werd genoemd.

In zijn gelijknamige boek over het katholicisme in de jaren tussen de twee wereldoorlogen maakte Michel van der Plas (1927-2013) het begrip ‘het rijke Roomse leven’ onsterfelijk, maar het rijke Roomse leven had een veel langere duur: zowat honderd jaar lang, vanaf het midden van de negentiende tot halverwege de twintigste eeuw, hield het het zuiden van Nederland en dus ook Noord-Brabant in zijn ban.

Het kwam er in deze periode op neer dat de Kerk een stevige greep had op het persoonlijke en publieke leven van de ‘beminde gelovigen’, veilig ondergebracht de katholieke zuil. Op hun beurt waren veel van die gelovigen bevangen door een intense vroomheid. En die werd niet alleen in de kerk beleefd, of thuis met rozenkransgebed, heiligenbeelden onder de stolp en kruisbeelden aan de muur, maar ook in de publieke ruimte met processies, bedevaarten of standbeelden van het Heilig Hart en Christus Koning.

Een van de plekken waar het erfgoed van deze katholieke vroomheid nog ervaren kan worden, is het processiepark van Handel. Al sinds de middeleeuwen vereerden de inwoners van de heerlijkheid Gemert hier een wonderbaarlijk Mariabeeld. In de zeventiende eeuw, toen het katholicisme in de Meierij verboden was, kwamen bedevaartgangers ook van daar naar Handel. De sterke opleving van de Mariadevotie in de negentiende eeuw, als gevolg van Mariaverschijningen in onder andere Lourdes en sterk gestimuleerd door het Vaticaan, zette Handel opnieuw op de kaart.

101ahandel2.jpg

Beeldengroep van de Kruisweg in het processiepark. (Foto: Marc Bolsius, Erfgoed Brabant)

Alle rechten voorbehouden
Rector Van de Laarschot (1838-1916), die al eerder de kapelletjes ofwel ‘keskes’ langs de weg van Gemert naar Handel – de ‘Keskesdijk’ − had laten opknappen, begon in 1906 achter de kapel met de aanleg van een processieweg met vijftien kapelletjes waarlangs de vijftien geheimen van de rozenkrans gebeden konden worden. Zijn opvolgers voegden daar nog een hele hoop vroomheid aan toe, allemaal bekostigd met giften van gelovigen.

Zo werd er in de jaren 1917-1919 een complete kruisweg met betonnen beeldengroepen aangelegd. Het zogeheten ‘heilig putje’ waar Maria volgens de overlevering water had laten opwellen, kreeg een neogotische opbouw, inclusief kranen zodat bedevaartgangers water uit de bron konden tappen. In de jaren dertig werd in het park een begraafplaats aangelegd en na de oorlog liet de Gemertse gemeenschap er een openluchtaltaar bouwen om Maria te danken voor haar bescherming tijdens de oorlogsjaren.

 

Bronnen

Lathouwers, P., "Processiepark Handel, een stichtelijke beeldentuin" in: Gemerts Heem (jrg. 35, nr. 2 1993), 37-43.

Van den Eerenbeemt, H. (red.), Geschiedenis van Noord-Brabant, deel 2: Emancipatie en industrialisering 1890-1945, Amsterdam/Meppel, 1996.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 230.