Het Markiezenhof illustreert de verbluffende macht en rijkdom die sommige adellijke families bij de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijd wisten te verwerven. De laat-middeleeuwse vorsten hadden altijd sterk geleund op de opkomende steden. Met hun handel en nijverheid zorgden de stedelingen voor welvaart en dat leverde de vorst weer belastinginkomsten op. In ruil daarvoor kregen de burgers stadsrechten en andere voorrechten. Het bondgenootschap met de steden bood de vorst ook de middelen en de macht om de lokale adel in toom te houden.
Vanaf de vijftiende eeuw keerde het tij, toen steeds meer Nederlandse gewesten, ook Brabant, in handen kwamen van de Bourgondiërs. Zij en hun opvolgers, de Habsburgers, hadden andere belangen. De nieuwe heersers wilden hun landen en bezittingen tot een eenheid smeden en al die privileges en afzonderlijke rechten van steden en landen stonden hun centralisatie in de weg. De stedelijke elites beviel het natuurlijk volstrekt niet dat er aan hun ‘eeuwenoude’ voorrechten getornd werd. Met hun verzet legden zij echter de basis voor een nieuwe alliantie tussen de vorst en de hoge adel. Want de edelen toonden zich van harte bereid de vorst te dienen in zijn streven naar macht. Zij werden daarvoor beloond met invloed en aanzien en niet te vergeten ook met middelen om de daarbij behorende levensstijl te bekostigen. De Gouden Eeuw van Brabant viel zodoende samen met een wederopstanding van de adel.
Het Markiezenhof, voor een belangrijk deel ontworpen door leden van de familie Keldermans, befaamde bouwmeesters uit Mechelen, herinnert daar nog aan. Hoewel er tussen 1485 en 1520 verschillende bouwfasen zijn geweest, vertoont het complex toch een eenheid van stijl. Karakteristiek zijn de trapgevels, de rode vensterkorven aan de straatzijde om ongenode gasten buiten te houden en ook het afwisselend gebruik van natuursteen en baksteen "up die maniere van Brabant".
In 1522 kreeg de grote hofzaal een monumentale schouw van natuursteen, vervaardigd in Mechelen. Het is een van de mooiste voorbeelden van laat-gotisch steenhouwerswerk in Noord-Brabant, mogelijk ontworpen door Rombout Keldermans II (ca. 1460-1531). De centrale voorstelling is die van Sint-Christoffel met het Christuskind op de schouders. Verder zijn onder meer de wapens te zien van Jan III van Glymes (1452-1532), heer van Bergen op Zoom, en zijn vrouw Adriana van Brimeu (1472-1500). In 1844, toen het Markiezenhof diende als kazerne, werd de schouw overgebracht naar het stadhuis van Bergen op Zoom, maar in 1972, tijdens een grootscheepse restauratie van het Markiezenhof, keerde hij naar zijn oorspronkelijke plek terug.
Bronnen
Kolman, C. e.a., Monumenten in Nederland; Noord-Brabant, Zeist, 1997.
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 66.