Hulp uit onverwachte hoek
Men zal in de stad verwonderd hebben opgekeken toen eind 1672 op een zekere dag 800 vreemde soldaten de vesting binnentrokken. Het bleken Spanjaarden te zijn, gestuurd door Karel II om de Republiek te helpen tegen de aanval van Frankrijk, Engeland, Münster en Keulen. Vanuit de Spaanse Nederlanden konden ze ongehinderd naar Staats-Brabant trekken om de garnizoenen van Breda en Bergen op Zoom te versterken. De vijand van 25 jaar eerder was op deze manier een bondgenoot geworden.
Oude tegenstellingen
De tegenstellingen uit de Tachtigjarige Oorlog waren nog niet verdwenen. De Spaanse soldaten hadden een geestelijke bij die voor de manschappen de mis opdroeg in een oude kapel die gebruikt werd als Latijnse school, maar ook al stiekem als kerkruimte door de Bergse katholieken. Katholieke Bergenaren woonden ook die Spaanse diensten bij waardoor de school al snel te klein was. Daarom vroeg de Spaanse commandant aan het stadsbestuur een grotere ruimte. Het stadsbestuur wilde haar Spaanse bondgenoot graag te vriend houden en bood de benedenzaal aan van het Markiezenhof. Dit ging de protestantse kerkenraad te ver. Onder aanvoering van de predikant en ouderlingen dienden zij een klacht in bij de magistraat, maar die ging er niet op in. Niet alleen in Bergen op Zoom speelde dit zich af. Overal in grote steden deed zich dit voor.
De Bergse katholieken durfden stoutmoediger op te treden door de aanwezigheid van 800 katholieke Spaanse soldaten terwijl de kerkenraad weinig voet aan de grond kreeg bij de magistraat daar hij de soldaten als bondgenoot zag in de strijd tegen Lodewijk XIV. Toch waren de ontwikkelingen voor de katholieken in zoverre minder prettig, dat ze al gauw verdacht werden van heulen met de vijand.
Geen aandacht voor de oorlog
De spanningen binnen de Bergse bevolking groeiden uit naar een bijna dagelijks probleem. Hierdoor verslapte de aandacht voor de dreigende oorlog en werd minder aandacht besteed om de vesting in staat van paraatheid te brengen. De magistraat had zijn handen vol om de gemoederen tot bedaren te brengen, maar tegelijkertijd ook de Spaanse soldaten onderdak te geven en de mogelijkheid de eredienst te volgen. Het was dan ook niet verwonderlijk dat de magistraat door de Raad van State werd gewezen op de slechte bouwkundige staat van de vesting. Geen kleinigheid gezien haar rol in de verdediging van de Staten Zeeland en Holland als onderdeel van de West-Brabantse waterlinie uit 1628. Gelukkig zou deze oorlog aan Bergen op Zoom voorbijgaan.
Bronnen
Huijbregts, G., en W. van Ham, “De geschiedenis van Bergen op Zoom XVII. Onder Hohenzollern en De la Tour d'Auvergne van 1671 tot 1714”, in: De Waterschans: mededelingenblad van de Geschiedkundige Kring van Stad en Land van Bergen op Zoom (jrg 33, 2003).