De Trackless Train
Na een reis door Amerika, Canada, Mexico, Engeland en Schotland komt de trein in augustus 1926 naar het vasteland van Europa. In de haven van Southampton wordt het gevaarte ingescheept op de S.S. Cremer, een passagiers- en vrachtschip van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM). Aangekomen in Rotterdam wordt in de grote garage van De Blauwe Ster aan de Pelgrimsdwarsstraat de naam ‘Metro-Goldwyn-Mayer Pictures’ op de voorkant van de trein vervangen door het opschrift ‘Wilton Metro Goldwyn Film Holland’, een in Nederland gevestigde distributiemaatschappij, die de films van MGM uitbrengt. Tevens komen alle andere reclame-uitingen aan de beurt om overgeschilderd te worden in de Nederlandse taal.
De trein zonder rails bestaat uit een locomotief met tender (een wagen achter een stoomlocomotief waarin brandstof en water worden vervoerd) en een luxueus ingericht Pullman-rijtuig, bestaande uit een eet- en slaapgelegenheid voor vijf personen. Mr. C. Edward Carrier, de Amerikaanse reisleider van deze reclameoptocht, laat trots “the most cosy and comfortable home of the world” zien. Het rijtuig is voorzien van ‘draadloze’ radio, elektrische verlichting, verwarming en ventilatie, een keuken en warm en koud stromend water. Kortom, een paleis op wielen. Een novum is het balkon, voorzien van ‘club-chairs’, waarvandaan men ongestoord van het landschap kan genieten. De trein is twintig meter lang, drie meter hoog en twee meter zestig breed en kan een snelheid van 65 km per uur bereiken. De locomotief is voorzien van twee krachtige 90 pk motoren, die gebruik maken van producten van de Sinclair Union Petroleum Company, waarvoor op deze rondreis, ook reclame wordt gemaakt.
Sinds kort is van deze maatschappij een depot gevestigd in Bergen op Zoom en wel op het terrein van de voormalige Bijerschbierbrouwerij van de firma Asselbergs, Van Heijst & Co. Drie weken verblijven de Amerikanen in Nederland om vervolgens via Maastricht, door België en de rest van Europa te toeren. Overigens mocht de trein in Nederland niet overal rijden. Gedeputeerde Staten van Friesland had een verbod ingesteld om over lokale wegen te rijden. Men vond de belasting van de trein met een gewicht van zes ton en van het rijtuig, vijf ton, te hoog voor hun wegennet. En in Amsterdam wordt uitsluitend een vergunning verleend om in de buitenwijken te toeren. Binnen de grachtengordel en in drukke straten met tramverkeer zoals de Kinkerstraat en de Ferdinand Bolstraat is de trein zonder rails niet welkom.
Propagandatour door Bergen op Zoom
Op weg van Rotterdam naar Vlissingen doet de trein op maandag 9 augustus ook Bergen op Zoom aan. Rond acht uur ’s avonds rijdt een stoet wagens via de Wouwsestraatweg de stad binnen. Buiten de trein met Pullmanrijtuig maken nog een aantal auto’s van onder andere de Wilton Metro Goldwyn Distribution Corporation NV, de Studebaker autofabriek, U.S. banden, het merk banden waarop de trein zich voortbeweegt, en de Sinclair Union Petroleum Company deel uit van deze tour. Een auto van Asselbergs, Van Heijst & Co., inmiddels een firma in benzine en olieproducten, sluit zich bij deze typisch Amerikaanse reclameoptocht aan. Het gezelschap wordt in het bijzijn van honderden mensen bij uitspanning ‘De Ketel’ verwelkomd door Andreas Alphonsus Maria van Gorp (1888-1964), bioscoophouder van de Luxor en Antonius Johannes Josephus Aloysius Asselbergs (1877-1940) de vertegenwoordiger van de Sinclair Union Petroleum Company in Bergen op Zoom.
Aangekondigd door de schelle stoomfluit van de locomotief zet de stoet, voorafgegaan door de fanfare ‘Arbeid Adelt’, zich om half negen onder aanvoering van de heer Carrier in beweging. In een flink tempo rijdt men langs de Bredasestraat, Stationsstraat, Wouwsestraat, Zuivelstraat, Grote Markt, Fortuinstraat naar de Lievevrouwestraat. Daar wordt bij bioscoop de Luxor gepauzeerd om de mensen gelegenheid te geven de trein goed in ogenschouw te nemen. Vervolgens gaat de tocht onder de opwekkende klanken van ‘Arbeid Adelt’ en onder het geklingel van de bel op de locomotief richting het havenkwartier. Via de Rijkebuurtstraat, Spui en Noordzijde Haven, tot het misgaat bij het nemen van de bocht bij de Bonte Brug.
Een scherpe draai naar links maken blijkt niet zo gemakkelijk met dit gevaarte. Op voornoemde brug raakt het Pullmanrijtuig de balustrade. De enige manier om uit deze benarde situatie te geraken is het rijtuig af te koppelen en de locomotief alleen over de brug te laten rijden gevolgd door de aanhanger, die ook van een motor is voorzien. Uiteindelijk lukt het de beide voertuigen op eigen kracht de lastige draai te laten maken. Weer aangekoppeld wordt de rit vervolgd via de Zuidzijde Haven, Rijkebuurtstraat, Lievevrouwestraat, Potterstraat, Bosstraat, Antwerpsestraat, Van Dedemstraat, Wassenaarstraat, Stationsstraat, Stationsplein en Oude Stationsweg naar de opslagplaats van kermisexploitant Wilhelmus Johannes Janvier (1888-1943), in de kermiswereld beter bekend als ‘J.W. Janvier’, waar de trein gedurende de nacht wordt gestald. De belangstelling is overal overweldigend. Vooral op de Grote Markt en het Stationsplein staat het zwart van de mensen. Het meegereisde gezelschap blijft echter niet in de trein slapen maar verkiest eerder het comfort van hotel De Draak op de Grote Markt.
Ook bij het vertrek richting Zeeland de volgende ochtend was er weer veel belangstelling. Via Goes gaat de colonne vervolgens naar Middelburg en Vlissingen. Daarna rijdt men terug naar Rotterdam. Het geheel is de moeite waard om te aanschouwen, maar men vraagt zich af of dergelijke treinen, vanwege het geringe aantal reizigers, als concurrent van het spoor, tram, trolley- of autobus gezien kunnen worden.
Bronnen
De Avondster (7 augustus 1926).
De Avondster (9 augustus 1926).
De Avondster (10 augustus 1926).
Bergen op Zoomsche Courant (14 augustus 1926).
Rotterdamsch Nieuwsblad (9 augustus 1926).
Haagsche Courant (12 augustus 1926).
Delftsche Courant (12 augustus 1926).
Leeuwarder Courant (14 augustus 1926).
Nieuwe Rotterdamsche Courant (15 augustus 1926).