Een deel van de provincie, het Land van Heusden en Altena, mocht pas van de vrijheid genieten na de Duitse capitulatie in mei 1945. Waarom? Wie inzoomt op de gebeurtenissen, ontdekt al snel dat de bevrijding uit drie fasen bestond. Het verhaal begint met de landing van parachutisten en gliders op 17 september 1944.
Luchtlandingen
Een van de meest spectaculaire operaties van de Tweede Wereldoorlog is ongetwijfeld Market Garden. Na D-Day en de strijd in Normandië is er geen slag die zo tot de verbeelding spreekt als deze. Waar ging het om? Na de Duitse nederlaag in Frankrijk in de zomer van 1944 leek het einde van de oorlog in Europa binnen handbereik. De bevrijding van Antwerpen op 4 september was als een klaroenstoot die de finale leek aan te kondigen. Echter, voordat troepen Duitsland binnen konden trekken, moesten eerst verschillende waterwegen worden gepasseerd, altijd lastig voor legers.
De grootste hindernis vormden de kanalen in Noord-Brabant, de Maas, de Waal en tot slot de Rijn. De Britse veldmaarschalk Bernard L. Montgomery en zijn staf bedachten een plan waarbij luchtlandingstroepen de bruggen moesten veroveren (Market) zodat het landleger zonder al te veel oponthoud deze barrières kon passeren (Garden). De operatie begon op zondag 17 september 1944. In Noord-Brabant landde de Amerikaanse 101e Airborne Division op landingsterreinen bij Veghel en Son.
Een tankslag in Noord-Brabant
Maar de geplande verovering van de bruggen lukte niet overal en Eindhoven was ook pas de volgende dag in Amerikaanse handen. Nadat die nacht een brug werd geslagen over het Wilhelminakanaal, konden de Britse tanks doorrijden naar Nijmegen. Daar waren de binnenstad en de Waalbrug nog steeds in Duitse handen en pas op 20 september werd de Waal overgestoken. Intussen was het tij gekeerd.
Felle Duitse tegenaanvallen op de Britse hoofdroute, door de Amerikanen al snel omgedoopt tot Hell’s Highway, vertraagden de aanvoer en eisten tegenmaatregelen. Ze leidden zelfs tot de enige tankslag op Nederlandse bodem, in het gebied tussen de Dommel en Nuenen, eveneens op 20 september.
Intussen waren ook twee flankoperaties van start gegaan, westelijk en oostelijk van de hoofdroute Eindhoven-Veghel-Grave. Maar de voortgang was traag en na het beëindigen van Market Garden op 24 september viel de geallieerde opmars overal stil. Montgomery’s gedurfde operatie was mislukt en Noord-Brabant was in tweeën gedeeld door een lange slurf bevrijd gebied. De flankoperaties waren geëindigd midden in de Kempen en ten noorden van Overloon. De eerste fase was afgesloten.
Geknoei in de marges
Na het mislukken van Market Garden moest Montgomery zich opnieuw bezinnen op de te volgen strategie. De Britse veldmaarschalk wilde nog niet inzien dat de situatie anders was geworden, dat het momentum verloren was gegaan. Hij negeerde ook het feit dat de bulk van het Duitse 15e Leger (generaal Gustav-Adolf von Zangen) intussen was aangekomen in Midden- en West-Brabant.
Montgomery wilde proberen om alsnog met zijn hoofdmacht vanuit Nijmegen Duitsland binnen te trekken. Tegelijkertijd zou het Eerste Canadese Leger vanuit het zuiden via Tilburg oprukken naar ’s-Hertogenbosch om zo de Duitse troepen in Noord-Brabant te verdrijven tot boven de grote rivieren.
Om een en ander mogelijk te maken werden de frontvakken opnieuw ingedeeld. De Amerikanen kregen de Peel toegewezen. Het idee was ook hier om de vijand tot achter de Maas te verjagen. Montgomery’s plan bleek al snel een blunder. Beide operaties mislukten. De opmars naar Tilburg, waar ook Polen deel van uitmaakten, werd gestuit bij Goirle, door de ‘brandweer’ van het 15e Leger, de Kampfgruppe Chill.
Een poging om bij Woensdrecht een doorbraak te forceren naar Zuid-Beveland en Walcheren werd in bloed gesmoord door dezelfde Kampfgruppe die zich razendsnel had verplaatst. Intussen hadden in de Peel de Amerikanen bij Overloon een week lang tevergeefs stormgelopen tegen goed ingegraven Duitse troepen. De Britten namen de klus weer over. De nieuwe aanval ging op 12 oktober van start. Overloon werd bevrijd en de Britten begonnen op stoom te komen. Na een paar dagen kwam er, totaal onverwacht, het bericht dat deze operatie moest worden beëindigd. Wat was er gebeurd?
Vanwege Antwerpen
De belangrijke havens van Antwerpen waren al sinds begin september in geallieerde handen. Echter, die waren onbruikbaar zolang de vijand Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen bezet hield en zo de toegangsweg beheerste. Het geallieerde opperbevel zat dan ook met ongeduld te wachten op het moment dat de Duitsers verjaagd zouden zijn. Montgomery meende dat de Canadezen Noord-Brabant zouden zuiveren en de toegang tot Walcheren forceren terwijl hij zich bleef concentreren op Duitsland. Dat was een denkfout gebleken. Medio oktober was het geduld op aan de top en Montgomery werd door zijn baas, de Amerikaanse generaal Dwight D. Eisenhower, tot de orde geroepen.
Nu pas ging het roer om en richtte hij alles op het vrijmaken van de toegangswegen tot Antwerpen. In Montgomery’s nieuwe directief moest het Canadese Leger aanvallen naar het noorden (operatie Suitcase), richting Hollands Diep, terwijl de Britten over ’s-Hertogenbosch oprukten naar hetzelfde eindpunt (operatie Pheasant). Om de hele onderneming te versnellen kregen de Canadezen tijdelijk een Amerikaanse infanteriedivisie toegewezen.
Beide operaties verliepen met horten en stoten, maar de afloop stond van meet af aan vast. Omdat Bergen op Zoom en ’s-Hertogenbosch scharnierpunten vormden, was daar het Duitse verzet het hevigst. Intussen had Von Zangen – tegen Hitlers uitdrukkelijke bevelen in – de terugtocht al lang laten voorbereiden en zijn troepen slaagden erin om zich met betrekkelijk geringe verliezen terug te trekken achter de Maas en het Hollands Diep. Daar arriveerden Britten, Polen, Canadezen en Amerikanen begin november. Noord-Brabant was bevrijd. Alleen het Land van Heusden en Altena was nog in Duitse handen. Dat was een logisch gevolg van de besluitvorming, want de operaties stonden geheel in het teken van het vrijmaken van de havens van Antwerpen.
Het gebied benoorden de Bergse Maas maakte van dat plan geen deel uit. En de Peel? Daar duurde een nieuwe operatie (Nutcracker) nog tot begin december. Het ongelofelijk drassige terrein, de matige infrastructuur, het barre weer en felle tegenstand betekenden dat de laatste Duitse troepen zich pas op 3 december terugtrokken achter de Maas, bijna op de kop af drie maanden na de bevrijding van Antwerpen.
Conclusie
De bevrijding van Noord-Brabant was dus een drietrapsraket. Eerst Market Garden, toen de mislukte operaties op de flanken en tot slot de gecombineerde operaties Suitcase en Pheasant. Bovenstaande maakt duidelijk waarom de bevrijding van Noord-Brabant uiteindelijk twee maanden duurde en tot grote materiële schade en veel, heel veel burgerslachtoffers leidde. De geallieerde tactiek was: eerst schieten, dan pas aanvallen. Daarom kwam vrijwel geen dorp of stad in de provincie ongeschonden uit de strijd tevoorschijn. Dat gold overigens ook voor het niet bevrijde deel ten noorden van de Bergse Maas dat tot mei 1945 in de frontlijn lag, met alle ellende van dien. De opeenvolgende operaties vloeiden allemaal voort uit beslissingen van Montgomery. Dat hij daarbij een ernstige inschattingsfout had gemaakt, gaf hij na de oorlog ruiterlijk toe.
Duidelijk is dat de bevrijding nooit een doel op zich is geweest. Botter gezegd, de provincie op zich was volstrekt irrelevant. Het enige doel was en bleef het verslaan van de Duitse militaire macht en zo de oorlog beëindigen.
Toch was er nog één factor die mede een rol heeft gespeeld. Het trage verloop van de bevrijding was ook een gevolg van de Duitse tactiek. De militairen van de Wehrmacht hadden zich intussen ontwikkeld tot deskundigen in het vertragend gevecht. Er was maar één doel: zoveel mogelijk tijd winnen en intussen de tegenstander zo zwaar mogelijke verliezen toebrengen. Meester in dit alles was zonder enige twijfel de al eerdergenoemde Generalleutnant Kurt Chill. Als geen andere Duitse bevelhebber drukte hij zijn stempel op het verloop van de bevrijding van Noord-Brabant.
Bronnen
Didden, J., en Swarts, M., Autumn Gale (Herbststurm), Drunen, 2013.
Didden, J., en Swarts, M., Kampfgruppe Walther, Drunen, 2016.