Fort Hartepijn
Er zijn twee verhalen over de naam Crèvecoeur in omloop. In het eerste verhaal verwijst de naam naar de Spaanse bevelhebber Haultepenne (1550-1587) die op deze plaats in 1587 tijdens een aanval op een schans dodelijk werd getroffen. Meer geloofwaardig is het verhaal dat op deze plek door het fort de scheepvaart vanuit 's-Hertogenbosch naar het noorden danig werd belemmerd. Hierdoor ontstond in de volksmond de naam ‘Fort Hartepijn’.
Omkoping door Oranje
De locatie wisselde eind zestiende eeuw meermalen van eigenaar totdat Maurits van Oranje in 1600 de Waalse bezetting van fort Crèvecoeur en die van het nabijgelegen fort Sint-Andries voor in totaal 125.000 gulden overtuigde om de Staatse kant te kiezen. De manschappen hadden toen al maandenlang geen soldij ontvangen. Maurits breidde het fort uit met zeven bolwerken en gebruikte het als basis om (tevergeefs) Den Bosch aan te vallen. Pas vanaf dit moment duikt de naam Crèvecoeur op.
Franse slag
In 1673 bliezen Franse troepen het fort op met 500 pond buskruit om hun ongenoegen te uiten over de mislukte verovering van Den Bosch. Een jaar later werd het fort gesloopt. In de achttiende eeuw kwam echter op dezelfde plek opnieuw een fort over de Dieze. Dit fort werd tussen 1795 en 1813 flink verwaarloosd, waardoor renovatie nodig was. Die werd uitgevoerd tussen 1858 tot 1860 voor een bedrag van 55.500 gulden. In 1870 werd het fort opnieuw versterkt vanwege de dreiging van de Frans-Duitse Oorlog. In 1926 werd de status van vesting officieel opgeheven.
Moderne tijd
In de Tweede Wereldoorlog werd het fort door de Duitse bezetter gebruikt als opstelplaats voor luchtafweergeschut. Daarnaast fungeerde het als een belangrijk bruggenhoofd over de Maas, dat uiteindelijk pas in december 1944 door de Canadezen veroverd kon worden.
Na de Tweede Wereldoorlog fungeerde het fort als militair oefenterrein. Tijdens de Koude Oorlog was de Maasoever van het fort zo ingericht dat er snel een (ponton)brug gemaakt kon worden als de verkeersbrug bij Hedel vernietigd zou worden. Men liet het terrein bewust zoveel mogelijk verwilderen zodat het vanuit de lucht moeilijk te zien zou zijn. Het woud aan bomen en struiken dat ontstond, werd in het begin van de jaren negentig van de twintigste eeuw grotendeels gerooid.
Bronnen
Bruggeman, H., Rond Crèvecoeur: de geschiedenis van een vergeten fort, 's-Hertogenbosch, 1992.
Dit artikel is een bewerking van een tekst van M. Schlingmann, zoals eerder gepubliceerd op www.brabantserfgoed.nl