Jurist Hein Vera (1954), die jarenlang onderzoek deed naar de gemene gronden in de Meierij, weet te melden dat het middeleeuwse recht van dorpelingen om uit de bossen te halen wat ze nodig hadden ook nadien nog heel lang is gepraktiseerd, ondanks de regels die dit beperkten. In feite was het natuurlijk een vorm van stroperij, die op het platteland nooit als een zwaar vergrijp is beschouwd.
Vanaf de achttiende eeuw begon echter de herbebossing van Brabant. Grondeigenaren investeerden grote bedragen in jonge aanplant en waren toen al helemaal niet meer gediend van dorpelingen die voor brandhout of geriefhout hun bossen afstroopten, zoals ook dit bord duidelijk maakt.
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 153.