Anders dan doorgaans gesuggereerd wordt is er niks authentieks of traditioneels aan de Brabantse koffietafel. Het is juist een loepzuiver voorbeeld van een invented tradition. De oorsprong ligt in 1926, toen in Breugel een monumentje onthuld werd voor de schilder Pieter Breughel (1526/30? - 1569).
De genodigden kregen na afloop in een herberg een maaltijd voorgezet die de sfeer van Breughels panelen moest oproepen. Daarom hingen er hammen en worsten aan de balken, liepen er doedelzakspelers rond en stonden de tafels afgeladen vol met ham, kaas en warm vlees, met manden vol brood en krentenmik. Uit Keulse kannen werd bier en koffie geschonken.
Natuurlijk was het een succes en het kreeg navolging. Met een Brabantse boerentraditie heeft het dus niks te maken. Luxe broodjes en kroketten – tegenwoordig vaste ingrediënten van een Brabantse koffietafel − hebben de boeren nooit op tafel gehad.
Bronnen
Verwiel, H., ‘De Brabantse koffietafel’, in: Alledaagse Dingen (jrg. 7, nr. 3, 1998), 12-13.
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 199.