Klanten konden voortaan een winkel binnenlopen en rondkijken zonder dat zij meteen iets moesten kopen. De winkelwaren waren daartoe overzichtelijk uitgestald en duidelijk geprijsd. En ruilen was geen probleem. Alles vanuit het idee dat winkelen een plezierige tijdsbesteding was, in plaats van een noodzaak. Nergens vonden dergelijke nieuwigheden nadrukkelijker ingang dan in het grootwinkelbedrijf en bij het warenhuis.
De firma Vroom en Dreesmann bouwde in 1931 in Den Bosch aan de Schapenmarkt een warenhuis als een paleis, dat het naastgelegen monumentale stadhuis in de schaduw stelde. Niet alleen de gevel was buitengewoon indrukwekkend, ook aan het interieur was grote aandacht besteed. Zo had het trappenhuis glas-in-loodramen waarop Huib Luns (1881-1942) taferelen uit de Brabantse geschiedenis uitbeeldde. Bij een verbouwing in de jaren zeventig werden de ramen verwijderd. Dit was typerend voor de toenmalige tijdgeest, net zoals wat er in de jaren negentig met de ramen gebeurde: ze werden gerestaureerd en in de aula van Avans Hogeschool in ’s-Hertogenbosch geplaatst.
Bronnen
Michels, J., Architectuur en stedenbouw in Noord-Brabant 1850-1940, Zwolle/Zeist, 1993.
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 245.