Voetius verzette zich onder andere tegen de volledige afschaffing van vervolgingen wegens hekserij. Daarnaast ijverde hij op de Synode van Dordrecht in 1618 en 1619 met succes voor de veroordeling van de gematigde remonstrantse leer ten faveure van de contraremonstrantse leer. Contraremonstranten waren ervan overtuigd dat de mens geen invloed had op zijn eeuwige bestemming: je was uitverkoren door God, of niet.
Bij de belegering van ’s-Hertogenbosch in 1629 was hij veldprediker in het hoofdkwartier van de prins, maar zijn voornaamste opdracht was de bestrijding van het katholicisme en het verbreiden van het gereformeerde geloof in de overwonnen stad.
De laatste veertig jaar van zijn leven bracht hij door als strenge en strijdbare hoogleraar theologie aan de Universiteit van Utrecht. Deze gedenkpenning met zijn portret werd uitgegeven bij zijn dood in 1676.
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 109.