De stafbekroning heeft de vorm van een toren met twee verdiepingen, voorzien van nissen, waarin heiligenfiguren en putti staan opgesteld. De toren loopt uit in de fraaie krul met daarin een beeld van de heilige Martinus te paard met de bedelaar. Hiermee is de staf geheel in de stijl van de renaissance die kort voordien in de Nederlanden was doorgedrongen.
Martinus was patroonheilige van het bisdom Utrecht, waaronder Berne destijds viel. In 1579 werd de abdij vanwege de politieke situatie vanuit Berne overgebracht naar het veiliger geachte ’s-Hertogenbosch. Tot 1629 zouden de norbertijnen daar blijven. Na omzwervingen vond de abdij in 1857 onderdak in Heeswijk, waar de abten vanouds een slotje bezaten. Daar wordt de renaissancestaf nog altijd bewaard.
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 101.