De gotische kerken met hun indrukwekkende torens en rijke interieurs zijn behalve een blijk van welvaart ook een bewijs voor de bloei van het geloofsleven in de vijftiende eeuw. Niet alleen was de Kerk een leidende kracht in de samenleving, de Bijbelse verhalen en de heiligen met hun voorbeeldige leven waren voor bijna iedereen ook een richtsnoer in het persoonlijk leven. Ter inspiratie en herinnering aan deze vrome levens werden grote aantallen heiligenbeelden gemaakt. Zoals deze vijftiende-eeuwse houten beelden, oorspronkelijk afkomstig uit het klooster Koudewater bij Rosmalen.
Hier dienden zij de birgittijner zusters ter inspiratie bij het gebed of het dagelijks werk. De prachtige, serene beelden zijn overduidelijk van een onbekende kunstenaar. Deze wordt aangeduid met de noodnaam ‘Meester van Koudewater’. In totaal zijn dertien beelden aan hem toegeschreven, eenzelfde aantal zou zijn vervaardigd in zijn atelier.
Een viertal beelden behoort nu tot de collectie van het Rijksmuseum. Deze werden in de negentiende eeuw samen met ander beeldhouwwerk en meubilair uit de priorij Maria Refugie van de birgittinessen in Uden verkocht aan Jr. Victor de Stuers (1843-1936) ten behoeve van een nog op te richten nationaal museum voor kunst en geschiedenis. De beelden werden niet alleen verkocht omdat de opbrengst van ruim 2000 gulden de priorij bijzonder gelegen kwam, maar ook omdat het naar de mening van de rector van de priorij slechts "onaanzienlijke vermolmde en voor de Religieuzen genoegzaam doellooze voorwerpen" waren. De waardering van cultureel erfgoed is dus overduidelijk aan tijd gebonden.
Het Museum Krona in Uden, sinds 1973 gevestigd in de gebouwen van de birgittinessen, bezit ook enkele beelden van deze beeldhouwer, sommige uit het oorspronkelijk bezit van de zusters, andere nadien verworven.
Bronnen
Van Liebergen, L., Waer een paradis. Kloosterleven in Brabant na de Reformatie, Uden, 1987.
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 74.