De altijd stromende rivieren werden destijds ervaren als bijzondere, bezielde elementen in een levend landschap, die een verbinding legden naar de wereld van goden en geesten. Deze plek, waar Maas en Waal toentertijd samenvloeiden, zal daarom in de beleving van de toenmalige bewoners een rituele betekenis hebben gehad.
Door de omvangrijke winning van zand en grind is het landschap er in de laatste decennia onherkenbaar veranderd. Maar juist die werkzaamheden hebben een grote hoeveelheid offergaven aan het licht gebracht. Kennelijk hebben de prehistorische bewoners hier goddelijke krachten gunstig willen stemmen. Munten, mantelspelden, armbanden, zwaarden – veelal nog in de schede – en bijlen, maar ook overblijfselen van dieren en mensen zijn hier allemaal gevonden. Verschillende van die menselijke skeletresten vertonen sporen van geweld: een houw van een zwaard of een gat in de schedel, achtergelaten door een pijlpunt. Hierdoor dringt zich het vermoeden op dat hier in de late ijzertijd ook mensen ritueel werden gedood en achtergelaten als offer aan de goden. Precies zoals Caesar en andere Romeinse schrijvers over deze streken wisten te melden.
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.