Het archief van de Nassause Domeinraad

76bgrafmonument2.jpg

Het grafmonument van Engelbrecht I en Jan IV van Nassau en hun echtgenotes. (Foto: Marc Bolsius, Erfgoed Brabant)

Alle rechten voorbehouden

Door zijn huwelijk met Johanna van Polanen (1392-1445), erfdochter van Breda, kreeg Engelbrecht I, graaf van Nassau-Dillenburg (ca. 1370-1442), in 1404 stad en Land van Breda in de schoot geworpen. Breda werd zo de bakermat van de Nassaus in de Nederlanden.

Met uitzondering van Bergen op Zoom, dat in 1648 terugging naar markiezin Maria Elisabeth van den Bergh (1613-1671), hielden de Nassaus al hun heerlijkheden in Brabant tot aan het eind van de achttiende eeuw in het bezit. Voor het beheer van de uitgebreide bezittingen was een Raad en Rekenkamer aangesteld, later aangeduid als de Nassause Domeinraad. Het archief van deze instelling is vanzelfsprekend buitengewoon belangrijk voor de geschiedenis van veel Brabantse plaatsen.

Het archief lag oorspronkelijk in het kasteel van Breda, maar al in de zeventiende eeuw werd het overgebracht naar Den Haag, waar het nog sterk aangroeide. Het neemt alles bij elkaar meer dan zeshonderd strekkende meter plankruimte in beslag en alleen al de inventarissen van het archief, zowel voor als na 1581, beslaan meer dan duizend bladzijden. Kortom, een voor Brabant ongekende historische schatkamer.

 

Bronnen

Van Hoof, M., Schreuder, E., en Slot, B. (red.), De Archieven van de Nassause Domeinraad 1581-1811, Den Haag, 1997.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 120.