Hadia Tiniyali over opgroeien en opvoeden in Brabant

Hadia Tiniyali met haar zoontje in Marokko. (Foto: eigen collectie, 2022)

Hadia Tiniyali met haar zoontje in Marokko. (Foto: eigen collectie, 2022)

Alle rechten voorbehouden

Hadia Tiniyali is in 1979 op éénjarige leeftijd met haar moeder, broer en zussen naar Nederland gekomen voor de gezinshereniging met haar vader. Ze woont in Breda met haar gezin en probeert een goede balans te vinden in de opvoeding vanuit haar eigen ervaringen met de Marokkaanse en de Nederlandse cultuur. In november 2021 vertelde Hadia aan Lot Rodenburg van Brabantserfgoed.nl over hoe het was om op te groeien met twee verschillende werelden om zich heen.

Naar Nederland

“Met mijn ouders heb ik het niet zo veel gehad over de tijd dat we naar Nederland kwamen. Ik denk dat het wel een traumatische tijd is geweest voor mijn vader, wat valt op te maken uit een klein deel van zijn verhaal wat ik heb meegekregen. Mijn vader is als gastarbeider naar Breda gekomen. In die tijd kende Marokko een hongersnood, dus kwam hij hier werken om geld te verdienen voor zijn gezin in Marokko. Dat was echt om te overleven, omdat je bij een mislukte oogst simpelweg geen eten had. Hij woonde in Nederland in een pensionnetje van de werkgever van de fabriek waar hij werkte, waar hij een onderkomen kreeg wat op mindering werd ingebracht op zijn loon. In dat pension woonden ook Spaanse gastarbeiders, die een soort voorrang hadden. Als ze eten kregen, mochten de Spaanse gastarbeiders eerst pakken en daarna mochten de Marokkaanse gastarbeiders eten wat over was. Daar deed mijn vader vrij nuchter over.

Mijn vader is een tijd alleen geweest in Nederland zonder zijn gezin, waardoor hij er niet aan was gewend om alles te regelen voor zijn vrouw en kinderen. Toen wij kwamen, moest hij opeens school gerelateerde dingen regelen, ons inschrijven, ons naar school brengen en vervolgens naar zijn werk gaan. Mijn moeder was vanuit een bergdorpje hier naartoe gekomen en kon de taal niet spreken, dus ze kwam voor haar gevoel in een hele vreemde en moderne wereld terecht. Zij had daardoor geen sociale contacten en was vooral bezig met het huishouden. Voor mijn vader was die tijd heel zwaar, maar voor mijn moeder natuurlijk ook. Zij miste haar sociale leven in Marokko, waar zij verbleef bij familie. Haar man kwam hier naartoe om te werken en zij werd in bescherming genomen door haar familie. Zij had dus altijd mensen om haar heen. Voor beiden is het dus een heftige tijd geweest.”

 

Opgroeien in Nederland

“Ik was net één jaar toen ik deze kant op kwam. Mijn zussen waren op dat moment tien en elf jaar oud en mijn broer was nog ouder. Een van mijn zussen ging naar de basisschool en heeft daar de taal opgepikt. Dat is wel heel bijzonder, omdat ze in Marokko nooit scholing had gehad. Voor mijn gevoel sprak ik al van het begin af aan Nederlands, terwijl wij dat thuis helemaal niet spraken, dus ik denk dat ik het een beetje van mijn zus heb meegekregen. Daarnaast heb ik gemerkt vroeger dat ik meer een band had met mijn vader dan mijn zussen met hem hadden, wat denk ik te maken heeft met het feit dat zij langer alleen zijn geweest in Marokko zonder mijn vader. Mijn zus heeft bovendien een hele andere ervaring gehad dan ik, doordat ze al tien jaar oud was toen ze naar Nederland kwam. Zij heeft het een stuk zwaarder gehad en heeft voor mij een beetje de weg vrijgemaakt. 

Toen ik wat ouder was merkte ik dat ik op school in de Nederlandse wereld zat, maar als ik weer thuiskwam juist weer in de Marokkaanse wereld zat. Mijn vader was imam, dus hij was veel met het geloof bezig. Hij legde ons het geloof niet op, maar er golden wel regeltjes die in de Nederlandse samenleving niet golden. Dat werd niet uitgesproken, maar dat wist je en daar groeide je mee op. Iets doen voor je plezier kenden zij niet echt, omdat zij vooral bezig waren geweest met overleven. Wat ik ook merkte aan mijn ouders was dat ze heel erg angstig waren steeds, omdat ze de wereld daarbuiten niet zo goed kenden. Ook eigenlijk niet helemaal goed geïntegreerd waren. Die contacten hielden ze buiten, omdat ze bang waren dat alles wat erbij kwam heel het systeem in de war zou kunnen brengen. Verjaardagsfeestjes van andere kindjes vonden mijn ouders daarom spannend, omdat wij dit thuis niet vierden.

Die twee werelden maakt wel dat je steeds met jezelf in conflict bent. Je leeft in een samenleving waarin er veel aandacht is voor het individu, maar thuis werd ik eraan herinnerd dat ik voor mijn ouders moest zorgen. Ik heb altijd gekeken naar wat realistisch en haalbaar is in deze samenleving, wat lastig is, omdat ik thuis iets anders heb meegekregen. Anderen helpen was voor mijn ouders heel belangrijk. Het maakte niet uit wat je daarvoor moest doen, maar dat is in de Nederlandse samenleving ingewikkeld als je naast je familie nog een eigen gezin en werk hebt.”  

 

Nalatenschap

“Mijn vader vond eerlijkheid erg belangrijk en had dit soort normen en waarden hoog in het vaandel staan. Voor mijn ouders was het belangrijk dat wij goed doen, anderen geen kwaad doen en anderen helpen als dat kan. Hun normen en waarden zijn sociaal gericht, wat zij vanuit Marokko hebben meegekregen. Daar was je gefocust op de groep en de samenleving, terwijl je in Nederland veelal focust op het individu. Naar mijn idee heeft dat te maken met het overleven, omdat je afhankelijk van elkaar was als je geen eten had. Soms betekende het als je de groep voorop moest stellen, dat je jezelf daarmee naar achter zette. 

Woestijnovernachting tijdens de eerste rondreis van Hadia en haar gezin door haar geboorteland. (Foto: eigen collectie)

Woestijnovernachting tijdens de eerste rondreis van Hadia en haar gezin door haar geboorteland. (Foto: eigen collectie)

Alle rechten voorbehouden

Wat ik zelf graag aan mijn kinderen mee wil geven, is dat ze voor zichzelf moeten gaan, maar dat ze ook gastvrijheid en warmte bieden. Bovendien wil ik de les van mijn ouders meegeven, namelijk dat ze goed moeten doen en anderen moeten helpen, alleen moeten ze zichzelf wel voorop blijven stellen. Mijn man en ik proberen een goede balans te vinden in de opvoeding. Als je uit verschillende culturen komt, moet je uitzoeken wat je wel en niet wilt meegeven. Je hebt iets van het een meegekregen en van het ander en dat probeer ik zo goed mogelijk te combineren. Sinterklaas en Kerstmis heb ik niet van huis uit meegekregen, maar dat vind ik wel leuk, dus dat vieren wij en hebben we de kinderen van klein af aan meegegeven.”