Al zolang mevrouw Heesbeen naar de lagere school ging bestond de MITO. Vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw werd deze gehouden tijdens de kermis, van zondag tot en met donderdag. Mevrouw Heesbeen kwam uit een vroom gezin met twaalf kinderen. De kinderen gingen elke ochtend voor schooltijd te voet naar de Paterskerk, drie kilometer van huis. Op school vertelden de nonnen mooie verhalen over de missie aan hun leerlingen: over de reis, het leven van de mensen in het buitenland, de ervaringen van de missionarissen en over God.
Het geloof in God en de steun voor de missie was een van de redenen dat mevrouw Heesbeen vaak bij de MITO te vinden was, maar niet de enige. Het gezin had het niet breed thuis en de MITO was aanzienlijk goedkoper dan de kermis. Met de paar centen die de kinderen jaarlijks kregen waren ze op de MITO dan ook veel langer toe.
Een nieuw ‘popke’
Op de MITO was van alles te doen. Je kon meelopen in de MITO-mars en spelletjes doen als touwtje trekken, meespelen met het rad van fortuin en ballen gooien. Ook werden er wafels gebakken en verkocht en kon er koffie gedronken worden. Daarnaast werden er allerhande voorwerpen uit verre missielanden tentoongesteld, zoals sierraden en houten beelden. Mevrouw Heesbeen was naar eigen zeggen vroeger “niet erg braaf” en haalde als kind een trucje uit bij het touwtje trekken. Bij de spelletjeskraam hingen meerdere touwtjes, met aan elk touwtje een prijs. Bij de eerste keer trekken won mevrouw Heesbeen een prachtige pop. Een bijzondere prijs aangezien er thuis geen geld was voor dergelijk speelgoed. Ze was in de wolken met haar ‘popke’! Opvallend was dat in het touwtje waar de pop aan hing een knoopje zat. Een paar dagen later zocht ze het touwtje met het knoopje op voor een nieuwe ronde touwtje trekken, en jawel, er zat weer een pop aan! Nadat ze op deze manier drie poppen had gewonnen kreeg de zuster die de kraam beheerde argwaan en zei: “Riet, je trekt nogal vaak een pop. Je moet maar eens een ander touwtje pakken!”
Op de zondag van de MITO ging moeder ook mee en de kinderen mochten dan een cadeautje uitzoeken. De nonnen hadden een kraam vol religieuze koopwaar zoals kettinkjes, medailles en boekjes. Mevrouw Heesbeen heeft altijd een zwak voor poëzie gehad en was gek van de kerkboekjes, bijbeltjes en catechismussen die de nonnen verkochten. Ze zocht dan ook vaak een boekje uit, dat ze vervolgens helemaal stuk las.
Een familietraditie
Toen mevrouw Heesbeen zelf kinderen kreeg nam ze deze ook mee naar de MITO. Deze werd inmiddels gehouden in een ander gebouw nadat Mill Hill binnen Roosendaal was verhuisd. De MITO was met de tijd weinig veranderd. Het programma en de spelletjes waren nog vrijwel hetzelfde. Ook de presentator van het rad van fortuin was dezelfde man: Jan Mol, de oude prins carnaval, die vanwege zijn lef en bravoure de perfecte kandidaat was vond mevrouw Heesbeen. Als kind vond Astrid de MITO fantastisch, als tiener was het toch stoerder om naar de kermis te gaan. Toch bleef ze gaan met haar moeder omdat het bezoeken van de MITO een familietraditie was geworden.
Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw nam het aantal bewoners van Mill Hill af. In het geseculariseerde Nederland bleek de missieboodschap niet langer zo populair als vroeger. In 1994 vertrok Mill Hill uit Roosendaal en het missiehuis werd gesloopt. Astrid en haar gezin wonen vlakbij de plaats waar het oude missiehuis stond en de MITO elk jaar gehouden werd.
Dat Mill Hill een internationale congregatie is werd Astrid nogmaals duidelijk toen ze jaren later met haar eigen kinderen op vakantie was in Mallorca. Ze hadden net een klooster bezocht en liepen daarna een nabijgelegen restaurantje in. Hier raakten ze aan de praat met een Engelstalige man en vrouw. Toen Astrid vertelde waar ze vandaan kwamen reageerde de man verrast. Roosendaal? Daar had hij nog gezeten via Mill Hill!
Bron
Interview met Astrid van der Linden en Riet Heesbeen door Laura Hondebrink, 29 mei 2020.
In het najaar van 2020 vindt in Erfgoedcentrum Tongerlohuys de tentoonstelling ‘Op zoek naar Brederoc’ plaats waarin het verhaal van Mill Hill verteld wordt.