De Compact Disc
Het verhaal begint in 1969, wanneer een groepje onderzoekers in het Philips Natuurkundig Laboratorium (NatLab) in Waalre startte te experimenteren met de elf jaar oude uitvinding van de laser. Enkele jaren later, in 1975, begon de samenwerking met Music Corporation of America (MCA), een Amerikaans mediabedrijf, om de laser te gebruiken voor videobeelden. In 1978 kwam dan ook de langverwachte Video Long Play uit. Een glimmende plaat ter grootte van een LP waarop analoog videobeelden stonden en digitaal geluid. De spelers werden gemaakt in Eindhoven, maar werden in het begin alleen in de Verenigde Staten verkocht als Magnavox, een dochteronderneming van Philips.
Echter, MCA en Philips werden het niet eens over lengte en commercieel was de verwachting dat deze grote platen ook konden opnemen, net zoals VHS van JVC. De samenwerking werd beëindigd en Philips zat met een grote glimmende schijf in hun maag.
De subgroep ‘Audio’ zag er nog wel toekomst in. Het geluid was van hoge kwaliteit, hoger dan wat er te koop was. Het analoge beeld hoefde er niet meer op, dus de schijf kon compacter worden gemaakt. 120mm om precies te zijn. Om fouten in het geluid te voorkomen, werd er een foutcorrectie geschreven en hiermee is in 1978 het prototype van een cd-speler gebouwd en een jaar later aan de pers gepresenteerd. Sony was hier erg van onder de indruk en een samenwerking ontstond. In juni 1980 werd de Philips-Sony cd-standaard genoemd. Dit werd vastgelegd in een boekwerk waarin de standaard werd beschreven. Dit werd het ‘Rode Boekje’ genoemd, naar aanleiding van de kleur van de kaft.
Het Groene Boekje, de CD-i standaard.
In 1983 bedacht het Japanse bedrijf Denon dat data, computerbestanden, ook op een compact disc konden staan. Sony en Philips maakte hiervoor de standaard in het ‘Gele Boekje’. In 1985 werd dit dan ook gepresenteerd door Denon en Sony.
Philips bedacht in 1985 een soortgelijk iets, een soort concurrent van Cd-rom. Een compact disc waarop zowel audio, video, foto’s en tekst kon staan, iets wat we nu kennen als multimedia, en wat eenvoudig af te spelen moest zijn op een TV. Samen met Sony en Matsushita werd deze nieuwe standaard vastgelegd in het ‘Groene Boekje’. De CD-i (compact disc interactive) was geboren.
Echter, Matsushita en later Sony waren het niet eens met deze nieuwe standaard en stapte uit het CD-i-project. Philips bleef alleen over.
Het duurde nog tot 1991 voordat de eerste spelers op de markt kwamen. Er waren drie verschillende doelgroepen met elk hun eigen spelers: consumenten, bedrijven en ontwikkelaars. Voor consumenten werd vooral ingezet op edutainment (onderwijs) en interactief informatie opzoeken. Internet was nog niet doorgedrongen tot de huishoudens, dus dit was een goed alternatief. Philips heeft bewust niet ingezet op de spelcomputer markt, er waren slechts simpele spellen te krijgen voor CD-i. Voor professioneel gebruik is CD-i veel gebruikt, bijvoorbeeld bij demonstraties en informatieschermen.
De eerste Philips CD-i-speler is de Philips CD-i 205. Met een prijskaartje van bijna duizend gulden in 1991 geen goedkope oplossing. Wilde je ook de nieuwe video-cd kunnen afspelen, dan moest er een module gekocht worden van enkele honderden guldens.
Kort na introductie kwam het Eindhovense SPC Vision er achter dat de CD-i ook zeer geschikt was om uitgebreidere spellen te maken. Dit resulteerde in toch wel een groot aantal spellen, zelfs met Nintendo karakters zoals Super Mario en Link van de Zelda-spellen. Alles vanwege een mislukte deal met Nintendo om een Cd-rom-uitbreiding te maken voor de Super Nintendo (SNES).
Ondanks deze aanwezigheid van Nintendo karakters, heeft CD-i nooit een het succes gehad waarop Philips hoopte. Zelfs in een laatste poging om het als spelcomputer neer te zetten in 1994, mocht het niet baten. In deze laatste jaren zijn er wel enkele hoog gewaardeerde spellen uitgekomen, welke zelfs tot beste spellen ooit zijn benoemd.
In 1995 is er zelfs een internet-connectie pakket geweest waarmee de CD-i-speler het internet op kon. Het bijgeleverde 14K4-modem van het tweehonderd gulden kostende pakket was in die tijd al langzaam. De hoge prijs maakte dat ook hier geen succes werd behaald.
In 1996, toen er zelfs al ontwikkeling was voor een opvolger van CD-i, trok de toenmalig Philips CEO Boonstra de stekker uit het CD-i-project. Alles werd verkocht. Het Nederlandse stuk van Philips Media werd verkocht aan Softmachines welke als laatste The Lost Ride heeft uitgebracht. Het Franse deel werd verkocht aan Infogrames welke in 1999 het allerlaatste spel ooit op CD-i heeft uitgebracht, Solar Crusade. Sindsdien is er een grote gemeenschap ontstaan welke CD-i in leven probeert te houden. Er is zelfs sinds 2005 een emulator.
De hoge prijs, het in het begin beperkte aanbod van games, de opkomst van de goedkopere Cd-rom in combinatie met steeds krachtiger wordende computers en het uitkomen van Sony’s Playstation in 1995 hebben allemaal bijgedragen dat CD-i niet het succes had wat Philips hoopte. Philips was pionier met deze vorm van interactie op een standaard televisie en je zou kunnen zeggen, één van de eerste spelcomputers welke gebruik maakt van de compact disc.
Vanaf september 2020 wordt het voltallige CD-i-archief tentoongesteld in het HomeComputerMuseum in Helmond. Ook staan hier vele spelers om uit te proberen, inclusief prototypes en nooit uitgebrachte titels.
Bronnen