Het Emmausklooster in Velp

De bestaanscrisis van Brabantse kloosters

Het Emmausklooster te Velp

Het Emmausklooster bij hoogwater, ca. 1909. (Bron: Velp, inondation autour du monastère des capucins, 1909, collectie BHIC / Wikimedia Commons)

De kloosters in noordoost Noord-Brabant dreigden in de negentiende eeuw uit te sterven. Dat kwam door het gehate Napoleontische decreet van suppressie van 3 januari 1812. De kloosterlingen dienden hun gebouwen te verlaten en er werd beslag gelegd op hun bezittingen. Nog bedreigender was het hierop aansluitend verbod van koning Willem I om novicen aan te nemen. Ook de Kapucijners in het Emmausklooster in Velp voelden de consequenties van dit beleid.

De auteur van dit treurig stemmend kerkbericht, J.G.Lesage ten Broek, legde in 1835 de vinger op de zere plek:

“Velp, bij Grave, 6 december. Den 3 dezer is in het Klooster der E.E.P.P. Capucijnen overleden Broeder Clemens (Joannes Burchon), portier van het Klooster. Heden, nadat in de Kloosterkerk eene plegtige Mis van Requiem was gecelebreerd, werd het lijk door landlieden naar het kerkhof der gemeente gedragen, en aldaar begraven. De grijze nog overig zijnde Religieuzen verzelden het lijk grafwaarts, bij welke gelegenheid een hunner (Pater Martinus) eenen val deed.

Aan welke gevolgen hij nog lijd, en dien hij waarschijnlijk niet lang overleven zal. Het was voor onze gemeente inderdaad een zeer treurig schouwspel, die weinige meestal gebrekkig wordende grijsaarts van dit eertijds zoo bloeiende Klooster wederom een hunner grafwaarts te zien vergezellen Er zijn nu slechts nog zes Paters en een Leekenbroeder. Mogt toch Z.M. onzen geëerbiedigden Koning, die treurigen staat spoedig doen eindigen door een gunstig besluit, betrekkelijk de ons zoo dierbare kloosters, de bevolking dezer streken verblijden.”

Dankzij burgerlijke ongehoorzaamheid van de geestelijken wist men in Velp te overleven, zij het kantje boord. In 1835 namen de Kapucijners namelijk in het geheim novicen aan.

Velp Vincentiuskerk

De Sint Vincentiuskerk te Velp, ca. 1911. (Bron: Velp, la petite église, 1911, collectie BHIC / Wikimedia Commons)

Betere tijden braken aan op 28 november 1840. Koning Willem II besteeg toen de troon en bij deze gelegenheid hief hij het novicenverbod op. Nog steeds hangt in het klooster van Velp een tableau waarop deze gebeurtenissen worden herdacht. In kapitalen staat daar onder een portret van koning Willem II te lezen : “VIVAT! VIVAT! VIVAT! WILLEM II. HERSTELLER VAN DE KLOOSTERLINGEN!!!”

Wat in het huldegedicht niet wordt vermeld is dat de gevolgen van het decreet van suppressie nog steeds drukten op de oplevende kloostergemeenschappen. Deze moesten nog lang sparen om hun eigen, maar destijds onder Napoleon in beslag genomen kloostergebouwen terug te kunnen kopen.

In 2018 verliet de laatste van de paters het klooster te Velp. Maar zij lieten een schat achter: het gaafste klooster van Nederland.

 

Bronnen

Arendsen, M. en Lankhorst, O., Langs kloosters in noordoost-Brabant. De oudste kloosters van Nederland, Sint Agatha, 2011.

Bos-Rops, Y., "Noordelijk Brabant in de late Middeleeuwen", in: L. van Liebergen (red.), Beelden in de Abdij, Uden, 1999.

Janssen OSC., R., Oord van helder licht. 800 Jaar Orde van het Heilig Kruis (1210-2010), Sint Agatha, 2010.

Lesage ten Broek, J., De Godsdienstvriend, Dl.34, Grave, 1835.

Smits, J., Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant, Alphen, 2010.

Tummers, H., e.a., Priorij Soeterbeeck te Deursen, Nijmegen, 2000.

Van der Ree-Scholtens, G., "De grensgebieden in het noordoosten van Brabant, ca. 1200-1795", in: Brabantse Rechtshistorische Reeks (nr. 16, 1993).

Van Liebergen, L., 300 jaar Abdij Uden, Uden, 2013.

Van Liebergen, L. (red.), Waer een paradis. Kloosterleven in Brabant na de reformatie, Uden, 1987.

Van Liebergen, L., "Paepsche toevluchtsoorden. Noordoost-Brabant als nieuwe zetel voor verdreven religieuzen", in: Brabants Heem (jrg. 60, nr. 3-4, 2008).

Verbeek, B. en Heyer OFM., M., Drie eeuwen klooster en gymnasium van Megen, Amsterdam, 1946.