Het Woordenboek van de Brabantse Dialecten

Toon Weijnen

Toon Weijnen. (Foto: Familiearchief Weijnen)

Het Brabants, of liever gezegd de optelsom van alle plaatselijke dialecten die in Brabant werden gesproken, is lange tijd echt levend erfgoed geweest. Het werd steeds weer doorgegeven aan nieuwe generaties, en ontwikkelde zich daardoor ook – zoals alle talen – voortdurend. Het is misschien wel een van de sterkste dragers van Brabantse identiteit.

Die tijd lijkt echter voorbij. Bijna overal legt het dialect het af tegen het algemeen Nederlands, dat dankzij onderwijs, televisie en toegenomen mobiliteit steeds meer terrein wint. Kinderen spreken en begrijpen in de meeste gevallen niet langer de taal waarmee hun grootouders nog zijn opgegroeid.

Maar al heeft het Brabants zijn ooit prominente rol in het alledaagse bestaan moeten opgeven, het is niet verdwenen. Het ligt namelijk voor een belangrijk deel vast in een indrukwekkend monument van de Brabantse taal: het Woordenboek van de Brabantse Dialecten.

 

Het WBD

Het initiatief voor het WBD werd in 1958 genomen door de Nijmeegse hoogleraar taalkunde Toon Weijnen (1909-2008), die met behulp van vragenlijsten informatie verzamelde over de dialectwoorden die in Brabant (Noord-Brabant en het Belgische Antwerpen en Vlaams-Brabant) gebruikt werden.

Hij was zelf ook betrokken bij de meeste van de acht banden, met samen bijna 1500 pagina’s, die tussen 1958 en 1990 verschenen van het eerste themadeel over de agrarische woordenschat. Zijn opvolgers, die sinds 1995 samenwerken met de Katholieke Universiteit van Leuven, hebben het werk nadien voortgezet. Het tweede deel, eveneens in acht banden maar met ruim 3000 pagina’s dubbel zo omvangrijk, handelt over de vaktermen van de niet-agrarische beroepen en verscheen tussen 1979 en 1996.

Tussen 2000 en 2005 werden vervolgens nog elf afleveringen gepubliceerd van het derde deel over de algemene woordenschat. Die handelen over onderwerpen als het menselijk lichaam, de woning, eten en drinken, feest en vermaak, fauna en flora en zo meer en beslaan samen meer dan 5000 pagina’s.

Alle informatie kan ook online geraadpleegd worden. Het zijn vooral specialisten en fijnproevers die dat doen, het WBD is tenslotte een wetenschappelijk werk. Maar hoe gewichtig ook, het woordenboek is niet de grafzerk van de streektalen geworden. Dat laten dialectfestivals, dialectdictees en lokale woordenboeken wel zien. Sinds 2018 is het te raadplegen via de website https://e-wbd.nl.

 

Bronnen

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, 's-Hertogenbosch, 2014.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, 's-Hertogenbosch, 2014, 276.