Peper uit India

De Romeinse handel met India in de eerste eeuw. (Bron: George Tsiagalakis, 2014, Wikimedia Commons)

De Romeinse handel met India in de eerste eeuw. (Bron: George Tsiagalakis, 2014, Wikimedia Commons)

Mogelijk hadden de Romeinse legioenen zich hier al wel eerder vertoond, maar kort na het begin van onze jaartelling vestigden ze zich definitief in het gebied ten zuiden van de grote rivieren. Zeker driehonderd jaar lang stonden deze streken onder Romeins gezag en dus onder invloed van de Romeinse cultuur.

En al waren de zandgronden in het latere Noord-Brabant voor de veroveraars strategisch en economisch niet bijster van belang, de Brabantse Maaskant met tempelcomplexen langs de rivier in Empel, Kessel en Cuijk, was dat wel. In Cuijk aan de Maas, op de plek waar de landroute van Nijmegen naar Maastricht, naar Tongeren en verder naar Amiens de route over de rivier kruiste, ontstond een bloeiende regionale nederzetting, een vicus (of kampdorp), waar een paar honderd mensen bij elkaar woonden. Zulke kampdorpen ontstonden rond permanente legerkampen, zoals er ook een in Cuijk was.

De inwoners leefden van handel en nijverheid, hadden de beschikking over een badhuis en offerden aan de goden in tempels die gebouwd waren in een Gallo-Romeinse stijl. In de vierde eeuw zou er hier nog een enorme investering gedaan worden door het bouwen van een stenen brug over de Maas met een castellum (een gefortificeerde nederzetting) om die brug te verdedigen.

Aan het begin van de eenentwintigste eeuw werd bij de aanleg van de Cuijkse nieuwbouwwijk De Nielt een opmerkelijke vondst gedaan die laat zien dat ook dit gebied uiteindelijk geheel verweven was geraakt met het Romeinse rijk. Rond het jaar 260 had iemand in de hoek van een huis niet ver van de vicus een pot begraven met daarin twee houten bekers, waarin hij kleine linnen pakketjes met in totaal 141 Romeinse zilveren munten had gedaan. Het kan zijn dat het een spaarpotje was, maar misschien werd de schat wel begraven omdat er onrust dreigde en gevaar. Het waren inderdaad roerige tijden zo halverwege de derde eeuw. Niet voor niets zat er in de pot ook een lunula, een hanger in de vorm van een halve maan, die gewoonlijk diende als amulet om kwade invloeden af te weren.

De pot bevatte echter behalve de munten nog iets anders dat vermoedelijk net zo kostbaar was als zilver, namelijk een pakketje zwarte peperkorrels, afkomstig uit India en ook in de Romeinse keuken van toen al hogelijk gewaardeerd. Afgezien van twee vondsten in Egypte vormen de zeventig peperkorrels uit Cuijk de grootste hoeveelheid die in het gebied van het Romeinse Rijk aan het licht is gekomen. Dat een zo exotisch product uit het andere eind van de wereld terecht kwam in een nederzetting aan de Maas zegt veel over de uitgestrekte handelsroutes en intensieve contacten binnen het Romeinse Rijk. Tegelijk is het echter een symbool van het open contact van dit gebied met de omringende wereld, tot in Azië en Afrika toe.

 

Bronnen

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 20.