Antony Kok (1882-1969) was chef-commies bij de Staatsspoorwegen in Tilburg. Toen hij bevriend raakte met de Amsterdamse schilder en schrijver Theo van Doesburg (1883-1931), die tijdens de mobilisatie in 1914 in Tilburg gelegerd was, begon hij ook experimentele gedichten te schrijven. Het gedicht Nachtkroeg uit 1915 is een voorbeeld van zijn Klankpoëzie. Het zou enkele jaren later zelfs gepubliceerd worden in het avant-gardistische tijdschrift De Stijl.
Kok, die een passie had voor kunst en muziek, was een van de oprichters van het tijdschrift, samen met Van Doesburg, schilders als Piet Mondriaan (1872-1944) en Bart van der Leck (1876-1958) en de architecten J.J.P. Oud (1890-1963) en Jan Wils (1891-1972). Later sloot ook Gerrit Rietveld (1888-1964) zich aan bij deze kunstenaarsgroep, die bepalend was voor de doorbraak van de abstracte kunst en het modernisme in Nederland. Veel van wat nu bekend is over de beweging De Stijl is ontleend aan de uitgebreide correspondentie tussen Theo van Doesburg en Antony Kok.
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 225.