Op een terrein aan de Steenakker, tussen Breda en Prinsenbeek, stuitten archeologen op een voormalig woonerf, waarop behalve plattegronden van woonhuizen en enkele bijgebouwen ook maar liefst zestien waterputten zichtbaar waren. Sommige van deze putten hadden de vorm van uitgeholde boomstammen, andere waren gemaakt van planken. Door onderzoek naar de jaarringen van het hout konden ze in de jaren tussen 475 en 625 worden gedateerd. Dat maakt deze vondst uniek: niet alleen is dit de meest westelijke nederzetting uit het vroegmiddeleeuwse Brabant die ons bekend is, het is vooralsnog ook de enige in Brabant die tussen de vijfde en de zevende eeuw aantoonbaar onafgebroken bewoond is geweest.
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 33.