Een praalgraf in Bokhoven

bannerbok.jpg

De gevouwen handen van Helena de Montmorency op haar praalgraf. (Foto: Marc Bolsius, Erfgoed Brabant)

Alle rechten voorbehouden

Bij Bokhoven ligt het barokke praalgraf van Engelbrecht II van Immerseel (1592-1652) en Helena de Montmorency (1610-1648). Op de graftombe van zwart, wit en rood marmer zijn Van Immerseel en zijn vrouw weergegeven.

Kerk Bokhoven

De Antonius Abtkerk in Bokhoven. (Foto: MHB Verkuijlen, 2010, Wikimedia Commons)

Wie bij een bezoek aan het kerkje van Sint-Antonius Abt in Bokhoven de indruk krijgt dat het zeventiende-eeuwse barokke praalgraf van Engelbrecht II en Helena eigenlijk wat al te imposant is voor dit bescheiden gebouw heeft het goed gezien. Het graf zou in eerste instantie namelijk niet hier komen, maar in de Predikherenkerk van Antwerpen. Dat het uiteindelijk toch in Bokhoven is beland, houdt mede verband met de onzekere politieke situatie aan het einde van de Tachtigjarige Oorlog.

Van Immerseel was graaf van Bokhoven, dat ingeklemd lag tussen Brabant, Holland en Gelre en een leengoed was van het prinsbisdom Luik. Het was daarmee een van de vrije heerlijkheden in Brabant waar de Republiek, ook na de Vrede van Munster, geen vat op kreeg en waar katholieken hun geloof dus in alle vrijheid konden belijden. Maar Van Immerseel en zijn echtgenote vertrouwden de situatie niet en bepaalden in een codicil bij hun testament dat zij na hun dood begraven wilden worden in het katholieke Antwerpen. Zo gebeurde ook toen gravin De Montmorency kort nadien, in juli 1648, overleed.

Weer een jaar later gaf Van Immerseel opdracht voor het maken van een grafmonument dat een plek zou krijgen in het noordtransept van de Antwerpse Predikherenkerk. Hij benaderde hiervoor Artus Quellinus (1609-1668) een van de grootste namen in de beeldhouwkunst van zijn tijd. Hij was Antwerpenaar van geboorte en onderging daar de invloed van de barokke kunst van Peter Paul Rubens (1577-1640), maar zou vanaf 1650 vele jaren werkzaam zijn in Amsterdam. Daar ontwierp hij het beeldhouwwerk voor het nieuwe stadhuis, het huidige Paleis op de Dam.

bokh.jpg

Praalgraf te Bokhoven. (Foto: Marc Bolsius, Erfgoed Brabant)

Alle rechten voorbehouden
Quellinus maakte voor de graaf een graftombe van zwart, wit en rood marmer, waarop zijn overleden vrouw en hijzelf op traditionele wijze liggend en ten voeten uit zijn weergegeven. Niet verstard in de dood, maar vredig sluimerend, de handen van de graaf losjes liggend op zijn ruime mantel, de hoofden van beiden comfortabel rustend op een kussen. Aan weerskanten van de memorietekst op de tombe zijn hun geslachtswapens aangebracht. Daaronder houden een leeuw en een griffioen elk hun klauwen op een bol als een symbool van de feodale rechten en bezittingen.

bokhoven.jpg

Het praalgraf te Bokhoven. (Foto: Marc Bolsius, Erfgoed Brabant)

Alle rechten voorbehouden
Misschien heeft deze weergave van het echtpaar er wel aan bijgedragen dat Antwerpen toch niet de eindbestemming van het praalgraf werd. Want een dergelijke vormgeving was in de tijd dat het gemaakt werd al zo goed als achterhaald. Overledenen werden niet langer liggend, maar bij voorkeur knielend afgebeeld. In deze vorm voldeed het graf wellicht dus niet aan de voorwaarden die de Antwerpse predikheren daaraan stelden. Of is het toch weer de oplopende politieke spanning geweest? Er was een dreiging van een coalitie tussen de Franse koning Lodewijk XIV (1638-1715) en de Republiek onder stadhouder Willem II (1626-1650) om samen Spanje in de tang te nemen, en dus ook de Zuidelijke, Spaanse, Nederlanden.

Hoe dan ook, in 1650 nam Van Immerseel het besluit om het voltooide praalgraf alsnog over te brengen naar zijn heerlijkheid in Bokhoven, waar ook De Montmorency opnieuw begraven werd. De kerk daar werd speciaal voor dit doel uitgebreid met een grafkapel, die echter in de Tweede Wereldoorlog is verwoest en niet meer is herbouwd, waarna het graf elders in de kerk werd opgesteld.

 

Bronnen

Hoogbergen, T., “'Bosch' meesterwerk van Aert Quellijn. Het praalgraf te Bokhoven” in: Bossche Bladen (nr. 1, 1999), 18-31.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 140.