In de zomer van 1767 maakte de Haagse advocaat en eigenaar van een geschutgieterij Pieter Verbruggen een dienstreis in opdracht van de Raad van State. Doorgaans twee keer per jaar stuurde de Raad van State een commissie op inspectiereis naar Staats-Brabant. De reizigers zagen erop toe dat de fortificaties in goede staat bevonden en regelden de aanbesteding als verbeteringen wenselijk waren. Ze organiseerden de jaarlijkse verpachting van de belastingen en de tienden en ontvingen plaatselijke besturen en anderen die reden hadden zich te beklagen of die een verzoek persoonlijk wilden toelichten.
Het verslag van Verbruggen is bewaard gebleven en nu in te zien bij de Brabant-Collectie van de universiteit van Tilburg. Het journaal geeft in tekst en in beeld een fascinerend beeld van het achttiende-eeuwse Brabant, of tenminste van de kijk die men in Den Haag daarop had. Bovendien krijgen we een heel aardige indruk van de soepele en ontspannen manier waarop overheidsdienaren destijds hun taken uitoefenden, zonder daarbij de aangename kanten van het bestaan uit het oog te verliezen. Niet alleen lieten zij zich door familie vergezellen, maar ook stonden zij graag open voor de attenties waarmee plaatselijke bestuurders en anderen uit de hogere kringen hen tegemoet traden.
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 144.