Cornelis Pronk was de zoon van een Amsterdame korenhandelaar, die later een administratiekantoor had. Nadat hij enkele jaren op het kantoor van zijn vader had gewerkt ging Cornelis tekenlessen nemen bij Jan van Houten. Hij werd een veelgevraagd portrettist en schilderde daarnaast toneelscènes. Later ontwikkelde hij zich als topografisch tekenaar. Vooral in die rol heeft hij grote betekenis gehad voor Noord-Brabant. Talloze dorpen en steden zijn door hem vastgelegd tijdens de vele reizen die hij door Brabant maakte. Zonder deze tekeningen zou onze kennis over vooral kerken en kastelen in de provincie minder groot zijn.
Vanaf 1742 werkte Pronk in opdracht van de Amsterdamse uitgever Isaac Tirion aan de uitgave "Verheerlykt Nederland of Kabinet van hedendaagsche gezigten". Een aantal van zijn topografische tekeningen is ten behoeve van deze publicatie gemaakt. Daardoor kennen we van hem zowel originele pentekeningen als gravures die aan de hand van die tekeningen zijn vervaardigd.
Pronks tekenstijl wordt gekenmerkt door heldere lijnen en een weglaten van details die de meestal kleine tekeningen te druk zouden hebben gemaakt. Hij beschikte over het vermogen om met enkele hoofdlijnen toch het wezenlijke van de door hem getekende architectuur vast te leggen. Soms treffen we op deze tekeningen ook nog allerlei bijzonderheden aan die een inkijk bieden in het dagelijks leven van toen. Hij werkte veel samen met Abraham de Haen (1707 - 1748).
Bronnen
S. E. Pronk, 'Iconografie van Cornelis Pronk', in: Pronk-Stukken, nr. 12, 1982, p. 3-83.