De vorming van het veengebied
Veen ontstaat in moerasachtige gebieden wanneer dode plantenresten niet kunnen verteren. Dit komt doordat het aanwezige water ervoor zorgt dat er geen zuurstof bij de plantenresten kan komen. Zonder zuurstof verteren de resten niet. Bovenop deze niet-verteerde plantenresten groeien weer nieuwe planten. Deze nieuwe planten gaan ook weer dood en zo ontstaat er langzaam een dikke laag aan dode plantenresten: veen. In veenbodems vind je daarom veel organische resten terug zoals zaden, bladeren en zelfs hele boomstammen. Deze verteren namelijk ook niet door het gebrek aan zuurstof. Veen heeft een typische roodbruine, bruine of zwarte kleur.
We onderscheiden veen in hoog- en laagveen. Laagveen wordt gevoed door grondwater en hoogveen wordt voornamelijk gevoed door regenwater, waardoor hoogveen soms wel metershoog kan worden. In de Peel vinden we hoogveen, hoewel deze dikke veenlaag al grotendeels is afgegraven. Het veen in de Peel was ooit tussen de vier en zeven meter dik. Veen groeit in de juiste omstandigheden tussen een halve millimeter en een hele millimeter per jaar. Dit betekent dat het veen in de Peel er eeuwen en soms zelfs duizenden jaren over heeft gedaan om metersdik te worden.
De opkomst van het turfsteken
De veengronden in de Peel werden al sinds de middeleeuwen gebruikt voor turfwinning. Inwoners van de omliggende gebieden gebruikten de Peel voor het steken van turf voor het verwarmen van hun woningen. Vanaf het jaar 1000 groeiden de steden en kwam er meer nijverheid. Deze groei en opkomst van steden en nijverheid zorgden voor een groeiende vraag naar brandstof. Deze alsmaar groeiende vraag naar brandstof zorgde weer voor een tekort aan brandhout.
In de middeleeuwen werd er ontzettend veel hout gebruikt. Veel huizen waren in de middeleeuwen nog van hout gemaakt. Als een stad of dorp afbrandde, moesten al deze houten huizen weer opnieuw gebouwd worden. Industrieën zoals de scheepsbouw, teer- en pekbereiding en glasblazerijen waren ook grote houtverbruikers. Dat leidde tot ontbossing en andere veranderingen in het landschap. Het leidde ook tot een brandstoftekort, maar gelukkig was er een oplossing: turf. Turf was op veel plekken zoals in de Peel genoeg voorhanden en kon worden gebruikt om warm te blijven, maar ook in de industrie om de ovens te verhitten.
Grootschalige turfwinning
Vanaf 1853 begon grootschalige turfwinning in De Peel door de Maatschappij Helenaveen (1858-1912). Deze maatschappij is opgericht door Nicolaas van de Griendt en Joannes (Jan) van de Griendt (1804-1884). Jan van de Griendt kocht in 1853 een stuk grond in de Peel van de gemeente Deurne om hier turf af te graven. Er kwamen veel arbeiders naar deze plek toe, waardoor er op een gegeven moment een kleine nederzetting ontstond. In 1853 gaf Jan van Griendt deze nederzetting de naam Helenaveen, vernoemd naar zijn vrouw, Helena Panis. De gebroeders Griendt lieten voor deze turfwinning de Helenavaart graven. Deze zorgde voor de afwatering van het gebied en het vervoer van de turf. In 1860 wilde de gemeente Deurne een eigen kanaal graven om zo de waarde van haar resterende veengronden te laten stijgen en voor veel geld te verkopen aan verveningsbedrijven. De gemeente Deurne mocht het kanaal van de gebroeders Griendt niet gebruiken, omdat zij bang waren om hun monopoliepositie kwijt te raken. Hierdoor liggen de kanalen ‘Kanaal van Deurne’ en de ‘Helenavaart’ op bepaalde stukken vlak langs elkaar.
Turfsteken was wel echt seizoenswerk. Het steken van turf begon in het voorjaar zo rond half maart en duurde tot ongeveer eind juli. Het veen moest namelijk goed drogen voordat het als brandstof gebruikt kon worden. In de koudere, nattere maanden kan het veen vaak niet goed genoeg drogen. Als het weer meezat, was de turf rond oktober goed genoeg gedroogd om te gebruiken als brandstof. De turfstekers die in de koudere maanden geen werk meer hadden, gingen vaak ander werk doen. Bijvoorbeeld bij de boeren op het land.
Een werkdag als turfsteker in de Peel
Het leven van een turfsteker ging niet altijd over rozen. Turfsteken was zwaar en vies werk en de turfstekers maakten lange dagen. Een twaalf- tot veertienurige werkdag was normaal. Ook betaalde dit werk niet veel. Toen het turfsteken rond 1853 geïndustrialiseerd werd, kwamen er steeds meer turfstekers in loondienst bij Maatschappij Helenaveen. Deze turfstekers moesten vaak elke dag kilometers naar hun werk lopen. Om deze reden bouwden ze plaggenhutten dicht bij de turfvelden. Destijds stonden er tientallen van zulke plaggenhutten in de Peel, maar deze zijn bijna allemaal verdwenen. De dag van een turfsteker begon vaak nog voor zonsopgang, afhankelijk van hoe ver deze moest lopen. Als er genoeg geld verdiend was, kon de turfsteker weer naar huis of naar de plaggenhut.
De ondergang van het turfsteken in de Peel
Vanaf 1800 zorgde de opkomst van steenkool voor een vermindering van het gebruik van turf als brandstof. Ook raakte het veen langzaam op. In tijden van brandstofschaarste zoals tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen er weer oplevingen in het gebruik van turf. Maar zodra de steenkoolproductie in het Duitse Ruhrgebied na de oorlog weer op gang kwam, werd de vraag naar turf ook weer minder. Na de twee wereldoorlogen werden andere fossiele brandstoffen zoals olie en gas steeds populairder en concurreerden de turf helemaal weg.
Beschermde gebieden
De Groote Peel is sinds 1993 een nationaal park en de Deurnsche Peel & Mariapeel en Groote Peel zijn samen onderdeel van de natura 2000. De natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Deze drie gebieden zijn beschermde parken vanwege hun belang voor natuur en recreatie. Dankzij de rust van dit beschermde gebied broeden hier elk jaar meer dan honderd verschillende soorten broedvogels en komen er trekvogels in dit gebied voor. Dit maakt de Peel één van de vogelrijkste gebieden in heel West-Europa.
Bronnen
Berendsen, H.J.A., Landschappelijk Nederland. Assen, 2008.
van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst. 'S-Hertogenbosch, 2014.
van Hal, I., "Turfsteken in Deurne: terug in de tijd van het zwarte goud", weekblad voor Deurne, 6 augustus 2015. (Stand op 23 oktober 2021).
Buiting, J., "De geschiedenis van turf: een oude brandstof", Archeologie online, datum onbekend. (Stand op 23 oktober 2021).
Verstegen, W., "En eeuwige zingen de bossen", Trouw, 9 december 1995. (Stand 29 oktober 2021).
https://www.landvandepeel.nl/nl/ontdek-de-peel/hoogtepunten-in-de-peel (stand op 20 oktober 2021).
https://www.staatsbosbeheer.nl/Natuurgebieden/de-pelen (stand op 20 oktober 2021).
https://www.canonvannederland.nl/nl/utrecht/onderwijscanon/turf (stand op 20 oktober 2021).
https://www.geologievannederland.nl/ondergrond/bodems/veenbodem-veenlandschap (stand 23 oktober 2021).
https://www.helenaveen.com/index.php/algemeen/geschiedenis (Stand op 23 oktober 2021).
https://deurnewiki.nl/wiki/index.php?title=Veenontginning (Stand op 23 oktober 2021).
https://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/171164/Opkomst-en-ondergang-turfwinning-Zuidoost-Drenthe-Ongelukkige-samenloop (Stand op 23 oktober 2021).