In oktober 1944 was ik zes jaar oud. We woonden destijds met het gezin waartoe ik behoorde in Tilburg. Ik herinner me die bevrijding van Tilburg destijds nog heel goed, althans wat je als zesjarige daarvan kon meekrijgen. Hierbij een van die herinneringen.
Ofschoon het kort daarvoor in onze straat nog heel rustig was (we konden altijd midden op straat spelen) stond na die bevrijdingsdag binnen de kortste keren de hele straat geregeld vol met militaire trucs en jeeps. Wij woonden namelijk recht tegenover een zogenoemde gaarkeuken, waar de geallieerden hun eten kwamen ophalen.
En die geallieerden bestonden vooral uit Engelse en Amerikaanse soldaten. Onder hen waren de eerste ‘zwarte’ mannen die ik zag. Voorts maakte ik voor de eerste keer kennis met chocolade. Ik stond uit nieuwsgierigheid als kind natuurlijk vooraan als er soldaten de gaarkeuken in en uit liepen en bofte geweldig als ik van deze of gene ineens een reep chocolade in een van mijn handjes kreeg gedrukt. Ofschoon ik natuurlijk nog geen woord Engels verstond ging dat wel vaak gepaard met de vraag ‘have you sisters?’
Toen ik dat thuis vertelde met de vraag wat die zin betekende, reageerden twee van mijn oudere puberzussen meteen met: "je moet dan 'no' zeggen". Dit vergde natuurlijk wel enige uitleg. Die soldaten zouden anders achter me aan gaan lopen en mogelijk zoal meer. Ik begreep het als zesjarige uiteraard niet helemaal, maar toch: zo leerde ik mijn eerste leugentje.
Kort daarvóór had ik pas nog mijn eerste communie gedaan en ik wist meteen dat ik dat zou moeten biechten, maar dan moest ik er wel spijt van hebben. Dus kwam ik in een geweldige interne tweestrijd terecht: zou ik nog wel op een chocoladereep kunnen rekenen als ik voortaan "no sisters" zou zeggen?
Mijn keus viel niettegenstaande op ‘no’ maar ik kan me niet herinneren dat ik het ooit heb gebiecht. Wel nam het aantal repen chocola dat ik nog kreeg in snel tempo af tot nihil. Inmiddels 75 jaar geleden!
Onlangs ontmoette ik bij toeval een pater dominicaan op leeftijd. Hij gaf me alsnog de absolutie voor het leugentje. Een pak van mijn hart, dat kun je je natuurlijk wel voorstellen! Maar dan wel met de nodige ironie.