Het lied 'Merck toch hoe Sterk' is opgenomen in de Nederlandtsche Gedenckclanck van Adriaen Valerius (1626). De tekst kwam tot stand tijdens het beleg van Bergen op Zoom door de Spanjaarden in 1622 en maakte gebruik van de melodie van een Italiaans danslied.
1.
Merck toch hoe sterck nu in 't werck sich al steld,
Die 't allen tijd' so ons vrijheit heeft bestreden.
Sie hoe hij slaeft, graeft en draeft met geweld,
Om ons goet en ons bloet en onse steden.
Hoor de Spaensche trommels slaen!
Hoor Maraens trompetten!
Siet hoe komt hij trecken aen,
Bergen te bezetten.
Berg op Zoom hout u vroom,
Stut de Spaensche scharen;
Laat 's Lands boom end' sijn stroom
Trouwlijck doen bewaren!
2.
't Moedige, bloedige, woedige swaerd
Blonck en het klonck, dat de vonken daeruijt vlogen.
Beving en leving, opgeving der aerd,
Wonder gedonder nu onder was nu boven;
Door al 't mijnen en 't geschut,
Dat men daeglijcx hoorde,
Menig Spanjaert in sijn hut
In sijn bloed versmoorde.
Berg op Zoom hout sich vroom,
't Stut de Spaensche scharen;
't Heeft 's Lands boom end' sijn stroom
Trouwlijck doen bewaren!
3.
Die van Oranjen quam Spanjen aen boord,
Om uijt het velt als een helt 't geweld te weeren;
Maer also dra Spinola 't heeft gehoord,
Trekt hij flux heen op de been met al sijn heeren.
Cordua kruijd spoedig voort,
Sach daer niet te winnen,
Don Velasco liep gestoord:
't Vlas was niet te spinnen
Berg op Zoom hout u vroom,
't Stut de Spaensche scharen;
't Heeft 's Lands boom end' sijn stroom
Trouwlijck doen bewaren!