Portret
Het gaat om Hadrianus (76-138) en hij was de eerste Romeinse keizer die zichzelf presenteerde met een volle, krullende baard. Historici en archeologen zijn het er niet over eens of hij dit deed om zichzelf te presenteren als een intellectueel of als een militair. Uit de oudheid zijn voorstellingen overgeleverd van zowel Griekse wijsgeren als Romeinse soldaten met een soortgelijke baard, en Hadrianus stond erom bekend affiniteit te hebben gehad met beide groepen. Aan de ene kant gaf Hadrianus er blijk van een enorme liefhebber te zijn van de Griekse cultuur; zijn bijnaam zou zelfs "Graeculus" oftewel “klein Griekje” zijn geweest. Aan de andere kant was Hadrianus een militaire keizer bij uitstek. Hij werd geprezen om zijn persoonlijke toewijding aan het leger en liet de Muur van Hadrianus bouwen in wat nu Engeland heet. Onder zijn voorganger keizer Trajanus (53-117) diende Hadrianus bovendien als bevelhebber van verschillende legioenen.
De verwarring omtrent de baard van Hadrianus zien we al terug in antieke bronnen. Een passage in de Historia Augusta vermeldt bijvoorbeeld dat Hadrianus zijn baard liet staan om de oneffenheden van zijn huid te bedekken. Dit soort negatieve uitspraken over het uiterlijk van de keizer zien we ook in andere gevallen waarbij keizers afweken van de norm. De portretstijl van Hadrianus zou echter weldra de nieuwe norm worden. Alle keizers tot aan keizer Constantijn de Grote (272-337) lieten zichzelf net zoals Hadrianus bebaard portretteren op munten.
Op de munt, tegenwoordig te bewonderen in Het Noordbrabants Museum, is nog steeds een lauwerkrans (corona laurea) op het hoofd van keizer te zien. Dit attribuut, oorspronkelijk gedragen door Griekse atleten en triomferende Romeinse generaals, werd al snel een standaardelement van de keizerlijke regalia en benadrukte dat de keizer in staat was militaire overwinningen te behalen.
De munt als CV
De tekst op de voorzijde van een munt werd gebruikt als een soort curriculum vitae van de keizer. Keizer Trajanus had bijvoorbeeld een uitgebreide opsomming van persoonlijke titels op de voorzijde van zijn munten staan. In plaats daarvan presenteerde Hadrianus zich vaak simpelweg als “Keizer Caesar Trajanus Hadrianus, Augustus” of als “Hadrianus, Augustus, drie keer consul geweest”. In plaats van zijn individuele verdiensten te benadrukken, propageerde Hadrianus op deze wijze een universeel keizerschap, dat terugging tot de tijd van de eerste keizer Augustus (63 v. Chr.– 14 na Chr.).
Dat van het ellenlange CV dat we nog zagen onder Trajanus alleen het derde consulschap overbleef onder Hadrianus, lijkt een ideologisch motief te hebben gehad. Het staat waarschijnlijk in verband met de inscriptie op het Pantheon: M. AGRIPPA L.F. COS TERTIVM FECIT (vrij vertaald: “Marcus Agrippa, zoon van Lucius [en] drie keer consul geweest, heeft dit gebouwd”). De inscriptie verwijst naar Marcus Agrippa (64/62 v. Chr.-12 na Chr.), de compagnon van keizer Augustus en de oorspronkelijke opdrachtgever voor de bouw van de tempel.
De inscriptie werd pas aangebracht als onderdeel van een grootschalige renovatie van het gebouw onder Hadrianus. Met de verwijzing naar het derde consulschap wilde Hadrianus zich waarschijnlijk in lijn plaatsen met voorname voorgangers. En hij richtte zich hiermee tot de Senaat. Het voor de derde keer tot consul benoemd worden was in de tijd van Hadrianus namelijk een prestatie dat slechts voor een enkele senator was weggelegd. Door het tot een thema te verheffen binnen zijn muntslag en bouwprogramma vertoonde Hadrianus de uitzonderlijkheid van zijn positie.
Reislust
De keerzijde van de munt in het Noordbrabants Museum toont een op zichzelf vrij traditioneel thema. We zien de godin Fortuna met een hoorn des overvloeds in haar linkerhand. Op de munt is het linkerdeel van de afbeelding grotendeels geërodeerd. Van andere munten van hetzelfde type kunnen we afleiden dat er een roer aan Fortuna’s zijde is afgebeeld. De tekst op de keerzijde (FORTVNA AVG) laat zien dat de keizer zich verbond aan de godin Fortuna.
De figuur van Fortuna symboliseert het geluk en de daaruit voortvloeiende welvaart die de regeerperiode van de keizer zal brengen. In het geval van Hadrianus kan het echter ook verwijzen naar de vele reizen van de keizer door het Romeinse Rijk. Hadrianus staat er om bekend dat hij persoonlijk vele steden in het Rijk bezocht. Met deze kennis zou de keerzijde ook kunnen verwijzen naar de behouden vaart van de keizer en het geluk dat hij met zijn reizen brengt naar de inwoners van het Romeinse Rijk. Geen keizer na Hadrianus zou nog zo vaak weg van huis zijn.
Conclusie
Hadrianus was een innovatieve Romeinse keizer. Hij veranderde het beeld van hoe een keizer zich uitte, kleedde en gedroeg en zocht naar manieren om de verschillende groepen in de Romeinse wereld aan zich te binden. Zijn bebaarde portret is hier een goed voorbeeld van. Mogelijkerwijs speelde deze in op de verwachtingen van de soldaten of die van de Griekse intellectuelen. Misschien liet Hadrianus zijn baard staan om beide groepen aan te spreken. De titulatuur van de keizer laat daarnaast zien dat Hadrianus zich ook populair probeerde te maken onder de senatoren van Rome. Tot slot hebben we aan de hand van de keerzijde van de munt uit het Noordbrabants Museum gezien dat de reizen van Hadrianus door het Romeinse Rijk mogelijkerwijs als middel werden ingezet om de bijzondere positie van de keizer te verkondigen.
Bronnen
Birley, A. R., Hadrian: the restless emperor, Londen, 1997.