De markt van Geertruidenberg

geertuidenbergomslag.png

De Markt van Geertruidenberg. (Foto: M.M.Minderhoud, Wikimedia Commons)

Het beeld − en niet te vergeten het zelfbeeld − van Brabant als plattelandsprovincie is oud. Lang is vastgehouden aan het idee dat het landelijke Brabant ‘het echte’ Brabant is. Dat Brabanders diep in hun wezen dorpsmensen zijn. Merkwaardig eigenlijk, want Brabant staat wel degelijk in een traditie van stedelijkheid.

In de late middeleeuwen kende Europa twee gebieden die bij uitstek verstedelijkt waren, namelijk Noord-Italië en de Nederlanden. Binnen de Nederlanden waren het vooral Vlaanderen en meer nog Brabant waar de steden talrijk waren. Halverwege de vijftiende eeuw woonde meer dan een derde van de Brabanders in plaatsen van minstens vijfduizend zielen.

Die groei zou zeker hebben doorgezet als niet de Tachtigjarige Oorlog roet in het eten had gegooid. De bevolkingscijfers van Bergen op Zoom, Breda en ’s-Hertogenbosch daalden scherp en stabiliseerden vervolgens op een lager niveau, juist in de tijd dat de Hollandse steden aan een onstuitbare groei begonnen.

Kopie van 63apomgeertruidenberg.jpg

De markt van Geertruidenberg. (Foto: Marc Bolsius, Erfgoed Brabant)

Alle rechten voorbehouden

Maar niet allemaal: Hollandse steden in wat nu Brabant is, zoals Heusden, Woudrichem en Geertruidenberg, zagen om diverse redenen hun middeleeuwse bloeitijd eveneens verlopen. Enige tijd ontleenden ze nog belang en status aan hun strategische positie in de jaren van de Opstand, maar na de Vrede van Munster boette ook die aan belang in. Gelegen in de Hollandse periferie konden ze maar moeilijk profiteren van de welvaartsexplosie in de Gouden Eeuw, die elders in Holland steden tot grote bloei bracht. De riviervisserij vormde een te smalle basis voor werkelijke welvaart. Alleen door de aanwezigheid van een garnizoen konden de stadjes het hoofd boven water houden. Geleidelijk aan raakten ze verstild.

Hier en daar in Brabant is het achttiende-eeuwse aanzien van deze kleine vestingsteden tot op zekere hoogte bewaard gebleven, bijvoorbeeld in Geertruidenberg. Het stadje heeft een deel van zijn vestingwerken behouden en het verleden als garnizoensstad is ook herkenbaar in kazernegebouwen, wachthuizen en in het achttiende-eeuwse Groot-Arsenaal met zijn indrukwekkende natuurstenen toegangspoort, met daarin het wapen van Holland. De bebouwing binnen de wallen vertoont een echt stads karakter, met gesloten straatwanden en monumentale gevels uit verschillende bouwperioden. Aan de sfeervolle Markt met zijn leilindes, zijn keibestrating en zijn hardstenen pompen in Lodewijk XV-stijl uit 1767 staan de mooiste panden. Hier staat ook het middeleeuwse stadhuis dat in 1768 werd voorzien van een nieuwe voorgevel, eveneens in de heersende rococo-stijl.

 

Bronnen

Jansen, F., Zwakhals, K. en De Gast, C., Woudrichem stad en land, Wijk en Aalburg, 2006.

Van Laarhoven, J. (red.), Dorpen in Brabant, ‘s-Hertogenbosch, 1978.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 154.