Collectie-item

Untitled (chair)

Instelling/bron: Museum Helmond

Op een drager van vinyl zien we het negatiefbeeld van een stoel. Het object is op plasticfolie gelegd, waarna de overige ruimte bedekt is met een lichte verfspray. We zien alleen nog het nabeeld van de stoel, dat ooit feitelijk aanwezig was. De interactie tussen transparantie en ondoorzichtigheid levert een verwarrende kijkervaring op. Etkin gebruikt een alledaags object als sjabloon voor haar werk, een kant-en-klaar voorwerp, dat iedereen kent en gebruikt. Sinds het begin van de twintigste eeuw worden industriële objecten uit hun dagelijkse context gehaald en in kunstwerken verwerkt (zogenaamde readymades). De kunstenaar Marcel Duchamp (1887-1968) – een belangrijk voorbeeld voor Etkin – presenteert rond 1915 fietswielen, keukenkrukjes en toiletpotten als kunstwerken. Het gebruik van alledaagse voorwerpen (direct of als sjabloon) dwingt de toeschouwer ertoe na te denken over ‘kunst’ en functionaliteit. Wanneer zien we een voorwerp als kunst? Hoe verschilt het functioneren van een stoel binnen een kunstwerk en daarbuiten? Welke rol spelen objecten in ons bestaan?